De Stamboom van Pater Joseph Van Hulse

Tweede Hoofdstuk
 

Hoe een Pastoor-Deken en een Volksvertegenwoordiger
hun intrede in de familie doen.

SOFIA HUBERTINA VAN HULSE was zeven jaar jonger dan haar zuster Maria-Theresia en huwde eerder onvoorzien Jacobus Bernardus SUPRE die juist vier maand ouder was dan Petrus Bernardus Van De Wynckel.  Jacobus Bernardus was van Maldegem doch zijn familie schijnt van Franse of Spaanse oorsprong te zijn.  Hij had zijn eerste vrouw Maria Theresia Aerdis verloren die hem in 1846 een dochtertje Natalie had gegeven doch dat na 'n paar jaar stierf.  Jacobus treurde na de dood van z'n eerste vrouw doch liet den moed niet zakken.  Op 'n kermis ontmoette hij Sofia en zij kwamen overeen van zonder verder noviciaat in 't huwelijksbootje te treden.  De nieuwe expeditie werd gezegend met twee kinderen: Charles ging naar het college en studeerde voor priester.  Zijn peter was Petrus Supré, wellicht de vader van Jacobus Bernardus; zijn meter was niemand anders dan Johanna Maria Bruyntjes.  De nieuwe gewijde werd onderpastoor benoemd te Moerbeke einde 1879, daarna te Lokeren in 1885 waar hij 25 jaar dienst deed.  Toen kwam de beurt om "pastoor te spelen" in Saffelare, Maart 1901.

Hij was de eerste pastoor-deken van Assenede en bleef dit van 1911 tot aan z'n dood in 1935.  Op z'n doodsbeeldeke lezen we het volgende: Behebt met smaak en kunstzin, heeft de eerbiedwaardige afgestorvene gearbeid aan den luister van Gods huis.  Bezield met een klaar verstand en helder doorzicht was hij immer de wijze raadgever die steeds in moeilijke zaken de juiste oplossing wist aan te duiden.  Met gepaste en klare woorden onderwees hij zijn volk in de wegen des Heeren...

Zijn broeder Jacobus begon zijn levensbaan op eersten Januari van 58.  Hij was 33 jaar toen hij Eugenie D'Huyvetter trouwde.  Zij was van Bentille en haar eerste man Leonardus Van den Bossche uit Watervliet was geen jaar gestorven.  Hij had haar met twee kinderen achter gelaten, Edmond en Camiel, doch Edmond stierf als hij 33 j. was.  Vier andere kinderen had ze reeds moeten ten grave dragen.

Nog twee kinders werden uit het nieuwe huwelijk geboren, Petrus en Paulus doch Petrus verdween gelijk de bloem des velds die 's morgens frisch ontluikt en des avonds haar kelk neigt en sterf...  Zijn levensweb nog niet volweven, werd afgesneên door 's WEVERS Hand...

Van de acht kinderen die uit het dubbel huwelijk werden geboren bleven er maar twee over.  Op één jaar, te midden van den wreeden oorlog 1914-1918, verloor Eugénie twee harer kinders en haren echtgenoot...  Alleen omdat ze diep christelijk was wist ze haar zwaar kruis heldhaftig te dragen.  Nog 24 jaar moest ze wachten vooraleer dees aarde die haar niets meer geven kon, te verlaten.  Zonder de laatste zalving van den priester, de laatste H. Sacramenten, wilde ze en kon ze niet sterven en toen ze die had gekregen was ze zo gelukkig, dat ze zingen moest vooraleer te stervan en met de namen van Jezus, Maria en Jozef brak ze de banden, niet van die innige liefde tot de haren, doch die haar vast bonden sedert 88 jaren aan dees aarde.

Camiel Van den Bossche was reeds 26 jaar getrouwd toen zijn moeder stierf.  Van de vier kinders die hij met zijn Clara heeft groot gebracht zijn er reeds twee getrouwd: en Cecile mag zich reeds verheugen in 'n klein "Remitje" dat zeker de jongste aanwinst is op het ogenblik dat ik deze regels schrijf.  Remitje heeft twee nonkels missionaris, Michel en Georges.

Paul Supré huwde Louise Cuypers op 't einde van den oorlog 14-18 en 't volgende jaar bracht hen vrede en n' "Remitje" doch de vreugde was van korten duur want Remitje scheen te denken " 't is beter in den Hemel" en verliet z'n ouders in Maart 1919.  Doch achter Remi, kwamen er nog en René, Maria, Germaine en Carlos volgden.

Ze woonden in 't oude huis op de "Krabbe" en leefden er gelukkig.  Ondertussen waren de kinderen groot geworden en één na één verlieten ze "het nestje".

Maria ging naar Watervliet en stichtte 'n "nieuw Nestje" met Robert Dusarduyn, zoon van Raymond die 17 jaar burgemeester is geweest van Watervliet.  Robert werd gedurende den tweeden oorlog naar Duitschland gevoerd en leerde er "lijden" en "mede-lijden".  In 1944 deed kleine Paul zijn intrede in de familie en twee jaar later kwam Lutgarde.  René was de volgende om "uit te vliegen" en hij koos Suzanna Van de Wynckel als zijn vrouw.  Zij bleven op het hof wonen terwijl de ouders zich 'n nieuw huisje hadden gezet in de St. Jansstraat.  Het is daar dat Paul die sedert enige jaren volks­ver­tegen­woordiger is, de mensen ontvangt die hulp en raad noodig hebben.

Germaine kon geen drie maanden wachten en vloog ook uit met Prosper Potvlieghe recht naar Maldeghem waar grootvader vandaan kwam.

Aan al deze jonggehuwden een oprecht en gemeend "PROFICIAT".

D'eene gaan door 't leven, alleen:
D'ander gaan door 't leven getweën:
Gave God u deze gave: Met Tweën
Door 't leven te gaan als  E E N.



Originelen Deel 1 -  Deel 2

De stamboomtabellen van
Paul Supré & Louise Cuypers
Jacobus Bernardus Supré & Sofia Hubertina Van Hulse
Robert Dusarduyn & Maria Surpé
René Supré & Suzanna Van De Wynckel

Hoofdstuk III : Van Onderlieutenant der Douanen tot Dokter en Apotheker

Voor aanvullingen en verbeteringen, neem aub contact op met ons !

Onze Van Hulse home page
De Van Hulse stamboom van Pater Nicolas
Inhoudstafel
Zoek het op in onze Van Hulse webstek

Meer stambomen

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  26-08-2022
Copyright Notice (c) 2024