Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1978, 11de jaargang, nr. 4

MENGELINGEN OVER DE
PAROCHIE 'S GRAVENJANSDIJK.

Ergens in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen ligt een parochie van het bisdom Gent, en burgerlijk behorend tot de ex-gemeente Bassevelde, nl. ONZE LIEVE VROUW ONBEVLEKT ONTVANGEN, 's GRAVENJANSDIJK (Assenede).

's Gravenjansdijk !  In de volksmond "de Landsdijk" of kortweg "den dijk" !  Van waar die naam ?  Dat deze benaming iets te maken heeft met "een dijk" is overduidelijk.  Een dijk is een stut of dam, die opgeworpen werd tegen wateroverstroming vanuit de zee en wel onze Noordzee.  Er is echter meer.

's Gravenjansdijk is de dijk "des Graves Jan" van Namen, zoon van Gewijde van Dampierre (1302), die deze dijk rond de jaren 1350-1400 liet opwerpen tegen de overstromingen en zo de rijke en vruchtbare landerijen alhier wou beveiligen.  Rampspoedige overstromingen voor mens en dier vanuit de woeste Noordzee, waren hier in genoemde vroegere tijden overtalrijk.  Deze dijk werd aangelegd of opgeworpen langsheen of op de grens tussen het polderkleiland in het noorden en de zandgronden van het zuiden.  Dus in het noorderland van het Brugse Vrije, vanaf het Hazegras (Heist-a-Zee) tot het verzonken land van Saaftinge (Kieldrecht-Doel, bij Antwerpen), of als het ware bij de hedendaagse grens tussen Nederland en België in de provincies West- en Oost-Vlaanderen, loopt deze dijk.

De immer weerkerende eb en vloed van de woelige onbetrouwbare Noordzee, die haar duivels ontbond vanuit het Sincfal (het Zwin), waren niet te stuiten, verwoestten landbouwgronden en doodden door verdrinking mensen en dieren.  Heel vruchtbare gronden van deze "Lage Landen bij de zee" werden door de oerkracht van het water, vijand nummer één, geteisterd, met alle gevolgen van dien.

De imposante toren van 's-Gravenjansdijk-Bassevelde
De imposante toren van 's-Gravenjansdijk-Bassevelde
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

Toch was en werd het water achteraf ook een vriend.  Telkens bij eb trok het water zich terug en liet een bezinksel "slib" of vruchtbare kleigrond na.  Ja... het zeewater - vijand of vriend - heeft gezorgd voor de nu zeer vruchtbare en vette polders.

Helaas... zee, water, vuur en... mensen zijn schoon maar onbetrouwbaar in hun grillen.  Hoe sterk en kolossaal die Graafjansdijk ook was, toch bleek hij in de loop der jaren niet bestand tegen de onafwendbare en wederkerende stormen en ontijen in voor- en najaar.  Op verscheidene plekken werd hij door het water doorbroken en diende versterkt te worden door grond- en mankrachten met andere "binnendijken".  Dit verklaart de her- en der verspreide binnenpolders.

De Graafjansdijk bood geen weerstand meer tegen de overstromingen en werd afgevoerd, doorstoken, verkocht en gestolen.  Er werd op en langs de dijk gebouwd.

De "Gravenjansdijk" is dan ook één van de grootste getuigen van de rampzalige overstromingen uit de middeleeuwen.

Dorpszicht vóór de jongste wereldoorlog.
Personen links: Rachel De Guesquiere, Edmond Meulebroeck en dochter Alice.
Personen rechts: Elvire Vrombaut, Denise Dhauwe, Henri Rommel, Bertha Vanden Bunder, Rafaël Vrombaut, Gaston Vanden Bossche, André Vrombaut, Leopold Vanden Bossche.

Daar zijn ook nog enkele plaatsnamen, verklaarbare benamingen uit deze natte en droeve tijden: bv. Hondseinde (St.-Margriete) of het einde van het hondenweer; Hellepolder of polder van het helleweer. Hont- of Westerschelde !  Geulen- of kreken (route) te Bentille - St.-Jan-in-Eremo, Sint-Margriete en Assenede zijn tot nu toe nog littekens van deze oeroude overstromingen.  Vermelden wij hier nog: "Gravenjansdijk, Gravenstraat, Gravendijk"; deze benamingen vinden we telkens terug in het noorden van West- en Oost-Vlaanderen, vanaf Heist tot Antwerpen.  Ja, zelfs in Nederland: bv. Gravenstraat of Gravendijk te Heist, Eede (Aardenburg), Sint-Laureins, Sint-Jan-in-Eremo, Bassevelde, Boekhoute, Assenede (Sasdijk), Sas-van-Gent, Westdorpe (Nederland), Axel, Nieuw-Namen (Hulst).

Vanop deze Gravenjansdijk, zowel in noordelijke als zuidelijke richting is men getuige van een prachtig panorama.  Langs de noordzijde een fantastisch super-groot schilderij met de eindeloze vette poldervlakten, "daar waar de hemel de aarde raakt".  Onvergetelijk zijn de donker-blauwe silhouetten van de door de westerwinden gebogen kanada's op de binnendijken aan de horizonten.  Her en der zijn er de verspreide, grote boerenhoven...  Langs de zuiderzijde het houtland, dat is de mulle zandstreek.  Een in stukken "gemeten" (Meetjesland), gesneden landschap met meersen, grachten, sloten, tronken en struiken waarin kwetterende vogels tieren en fluiten.  In de woonsten, behuizingen en op de velden drukdoende mensen.  Het herkauwend vee doet ons de rust en de kalmte proeven: het Meetjesland !

De 's Gravenjansdijk merkt het verschil tussen karakter en temperament der bewoners.  Van de ene kant het op het water veroverde zwaar polderland met zijn polderbazen, heer en meester, stug en koppig. Van de andere kant het van de natuur gekregen houtland, met zijn soepele, frivole, zangerige en met weinig tevreden mensen.

Langs deze dijk luisteren de huizen van de mensen, als neergehurkt in hun geborgenheid.  Waarom moeten mensen hier nog sterven?  De parochie 's Gravenjansdijk kreeg volgens een besluit van 4 januari 1905 en naar de grenzen van ingedijkte polders, watergangen en dijken, volgende begrenzing: in het noorden de Foscieren-, Helle- en Kristoffelpolder, Noorddijk aan Watervliet; in het oosten de Leegmeerswatergang aan Boekhoute; in het zuiden de Leede Leegmeersenwatergang aan Bassevelde; in het westen de Cocquyt- en Maria-polder aan Watervliet en Sint-Jan-in-Eremo (Bentille).  's Gravenjansdijk ligt ook vlak vóór het Leopoldskanaal in het noorden.

Men zegt wel "er zijn geen grenzen of afstanden meer", maar een vreemde bezoeker of zeldzame toerist heeft heel wat moeite om dit gehucht, achter dijken en struikgewas verscholen, te ontdekken.  Niet zelden moet hij op zijn stappen terugkeren.  Dit gehucht is ietwat afgelegen van het hedendaags levensritme.  Slechts op het ritme van ochtend, dag, avond, tijd, natuur, zon, regen en wind en het ademen van vruchten, leven hier mensen en dieren.

Hier gaan de dagen open en toe.  Men kan er dan ook de stilte en de rust snijden.  Geen E3 of E5 of E10 die de rust verstoren of door hun trafiek de lucht bevuilen.  Geen supermarkt met karretjes voor de wekelijkse aankoop.  Geen barbecues voor een "garden-party" met giftige specerijen.  Hier staan nog schommels en kabouters in de tuintjes achter de felkleurige en proper-onderhouden huisjes.  Hier leeft men nog bewust van een open, groot, heerlijk landschap, hier heeft men nog ruimte, afstand, dijken, landerijen... met veel zuurstof in een atmosfeer van gezondheid.  Helaas... hier en daar sluimeren ook reeds "wolven":  stedelingen breken met heilig geloof en tradities, profitaties in fermetten of uitgeleefde woonsten en bouwvallen.  Wie noemde ook weer die fermettes "de standing der goddelozen"?

Hier kent ieder iedereen.  Kijkt ieder naar iedereen.  Er is weinig georganiseerd gemeenschapsleven.  Men "buurt" wat en men trekt zich dan terug op zijn eentje in zijn eigen huisje...

Jong en oud zijn hier ook onbewuste "kijkbuiskinderen" in de avonden van deze lage landen bij de zee. T.V.-programma's blijven soms zwaar op de maag (geest) liggen.  'n Paar winkeltjes zijn de enige centra alwaar parochiaal nieuws wordt vernomen.  Alle nieuws, gepeperd en gezouten, spontaan en onoverwogen wordt er nagepraat.  Volkse en schalkse humor typeert dan ook: "de Dijkse ratten" en " 't Is den Dijk en de Vent, die Bassevelde schendt".

De bevolking alhier is oud en taai, maar niet verouderd: zij "leeft" van herinneringen.  Het leven gaat ook hier verder.  Ook hier heeft ieder zijn zorgen, zijn werk, ook hier heerst eerzucht, ziekte, oud worden.  Het wordt donker voor hun ogen, maar toch brandt het eeuwig "Licht" in de godslamp van hun kerkje en verwachten zij - spijts alles - omdat zij geloven - de eeuwige rust achter de "Spaanse hage" (hun kerkhof) !  Zo vergaat ook hier het leven, een mens, in de duistere deemsteringen van de poldermisten en mulle zandgrond van een houtland, onder de vrome "schup" van Moeder Aarde, maar verrezen in de Heer.

Algemeen zicht in 1946.
Prentkaart O. Préaux, Ghlin.

Daar de parochie 's Gravenjansdijk een wijk is van de moeder-gemeente Bassevelde geven wij hier een korte historische schets van deze gemeente.

BASSEVELDE: Het bestaan van die gemeente of toch de naam vinden wij voor het eerst vermeld in een charter van de Gentse St.-Pietersabdij in het jaar 1171 onder de spelling "Baszeuelde".  Later schrijft men "Bazceuelde", Bascevelde.  Het is een germaanse naam: batsa + feldu.  Batsa is nog duister maar feldu betekent "woeste vlakte".

Bassevelde heeft in de oude tijden veel overstromingen en watersnood gekend.  Zijn ligging aan de Grave Jansdijk en vele andere bedijkingen bewijzen dat nog.  Bassevelde heeft een oppervlakte van 2.194 ha en een bevolking van ± 3.000 inwoners.  Enkele oude namen die waarschijnlijk voortkomen van herbergen: de Meire, den Haese onder de jongen Dooren (Doorntje ?), den Vogelsanck, Haentjen.  Het dorp van Bassevelde bezit een der mooiste en ruimste dorpsplaatsen uit de omgeving.  Met haar fraaie bomenrijen roept zij zelfs een beeld op van een typisch Hollands stadje. Bassevelde was een belangrijk dorp onder het Ambacht van Boekhoute.

De kerk van Bassevelde met haar gotische bakstenen vieringtoren (geklasseerd) is steeds een mooie kerk uit het noorden van Oost-Vlaanderen gebleven.  Toch heeft de oorspronkelijke kerk jammergenoeg verschillende verminkingen ondergaan in de loop der jaren.  Opgericht in de vroeggotische periode, biedt zij nu nog een echt monumentaal uitzicht.  In 1707-10 verdwenen haar gotische vensters maar het laat-barokke kleedje werd niet zonder smaak aangepast.  In de vorm van een Latijns kruis, koor naar het oosten gericht, de toren in 't midden van de kruisbeuk, werd ze gebouwd.  In 1601-11 en 1707-10 hadden verbouwingen plaats.  Een gedeeltelijke vernieuwing werd in 1846 gedaan.

De tienden van Bassevelde (tot in 1795) werden geheven door de St.-Pietersabdij van Gent, door de abdij van Flines, de bisschop van Doornik en ook nog door een kapelaan van «'s Busers kapelle», een kapelanij gesticht door de edele familie de Busere.  Op de dorpsplaats bevindt zich nog een monumentale pomp, opgericht door burgemeester Macarius Peers (1822).  Deze Hollandsgezinde burgemeester schonk ook het hoofdaltaar aan de kerk van Bassevelde : "Dono dedit Dominus Macharius Peers Basseveldiae Praetor, idibus mensis sextilis anni MDCCCXVIII" (1818).  De geschiedschrijvers De Potter-Broeckaert geven nog het volgende over Bassevelde : O.a. enkele gebruiken: het geven van lijfkoek, bedeling van vollaards, 'n soort krentebroden op kerstnacht; het uitsteken van het kermisvaantje op de toren.  Er wordt ook boter geofferd in de kerk.  Op hoogdagen geschiedden de kerkdiensten met zang en instrumenten.

Er bestonden 6 molens te Bassevelde : 1. een houten korenwindmolen op de Landsdijk (Molenhoek);  2. een houten oliemolen nabij het station;  3. een houten windmolen (Lendonk);  4. een houten spillemolen (Kattendam);  5. een stenen korenwindmolen (dorp);  6. een stenen korenwindmolen (Zoete Lugt).

De afwatering van Bassevelde werd verzekerd door de Braakman en vooral door de Moerwatergang; later door de Isabellawatergang, Hoge Vorstwatergang, Legemeerswatergang, de Beeuwelingwatergang, de Landswatergang, de Blauwepoortwatergang, de Hollemeerswatergang.  In vroege tijden spreekt men ook te Bassevelde van moergronden (turf).  In 1255-60 is er sprake van "de wastine" (woeste grond) van O.L. Vrouw tussen Bassevelde en Watervliet (Klooster Wilhelmieten).

In 1865 werd te Bassevelde een Leesgezelschap gesticht onder het motto "Lees- en leerzuchtig", alsook een maatschappij van Onderlinge Bijstand "De Werkliedenkring".

Honderd jaar geleden schreven De Potter-Broeckaert dat Bassevelde één der schoonste dorpen uit de noorderstreek was, met "overvloed van kudden, boter en graan".

"Bassevelde is een bezoek overwaard.  In een gaaf landschap midden een zee van groen en vruchten, kunnen wij rust en verpozing vinden en de simpele schoonheid van zijn kerk, zijn plein, zijn kapelletjes en hoeven bewonderen en waarderen". (Alf. Ryserhove, "Ons Meetjesland").
 

Waterstaatgebied rond de parochie's Gravenjansdijk
De polders - Het Leopoldskanaal

Hier volgt een geresumeerd overzicht over deze polders en over het Leopoldskanaal. Wie meer verlangt, verwijzen wij naar: "Uit de Kronieken van Sint-Laureins vóór 1900", door pastoor Robert Bernaert, 1970, blz. 251 - blz. 309.

Ieder inwoner van 's Gravenjansdijk - weer deel uitmakend van de gemeente Bassevelde - betaalt jaarlijks een "waterbelasting" of "watergeschot", ± 300 fr (?) per hektare.  Deze waterbelasting wordt door de Stemgerechtigde Ingelanden van de polders en wateringen opgelegd.  Die waterbelasting dient tot onderhoud en bescherming van de polders en wateringen door dijken (en beschotten of geschotten) tegen overstromingen uit de zee.  Zelfde water belasting wordt geïnd op 's Gravenjansdijk door de polder- en wateringsbesturen van de Generale Vrije Polders (d.i. langs beide kanten van het Leopoldskanaal) in het noorden en van de Isabellapolder en Wateringen in het zuiden en het oosten van de parochie.  De Generale Vrije Polders is de fusie van verschillende polders benoorden het Leopoldskanaal, o.a. Kristoffelpolder, Mariapolder, Bentillepolder, enz. of samen 3.983 ha.  De Isabellapolder is de fusie van o.a. de Cocquytpolder, de Foscierenpolder, de Hellepolder, bezuiden het Leopoldskanaal of samen 6.759 ha. De Isabellapolder en -watering omvat dan nog, meer naar het zuiden toe, de afwateringen van de binnenwateren van uit het zuiden naar het Leopoldskanaal.  Er zijn dan nog o.a. de Slependammepolder (Sint-Laureins), de Zwartesluispolder (Assenede), de Begijne- en Moerhuizepolder, de Vake Moerassen- en Goezemarepolder (Maldegem), de Durmepolder (Moerbeke).  Al deze polders werden reeds gefusioneerd en de andere, o.a. de polders van Bachten de Kupe (Veurne) en de zeepolders (Damme-Het Zwin), wachten nog.

Klooster en kerk in 1946, met de afgeschoten torenspits
Klooster en kerk in 1946, met de afgeschoten torenspits.
Prentkaart O. Préaux, Ghlin.

Langs de zeekust, langs de zeeschelde en op de oevers van haar, aan getij onderhevige bijrivieren, liggen kleigronden van alluviale oorsprong, die men de polderstreek noemt.  "POLDER" wordt afgeleid van het middeleeuwse "polre" dat drabbige, moerassige gronden betekent.  Oorspronkelijk is een polder derhalve een aangeslibde grond.  Over het algemeen is die streek zeer vruchtbaar, doch eigenaardig is dat deze alluviale gronden onder het peil van het hoogwater gelegen zijn en dat ze enkel door het bestaan van duinen, vallen of dijken tegen overstroming beveiligd zijn.

Schaapherder
Onze schaapherder of... de oude tijd in gezelschap van het jonge leven...
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

In een tweede overdrachtelijke betekenis verstaat men onder "polder" de bestuurlijke eenheid, die zich met de specifieke belangen van die gronden bezighoudt.  (Om meer de historische ontwikkeling te kennen, zie hogergenoemd werk over Sint-Laureins).

De "INGELANDEN" = alle houders van zakelijke rechten, waaraan genot van de in de polders gelegen gronderven verbonden zijn, d.w.z. de volle eigendom, het vruchtgebruik, de erfpacht, het recht van opstal, het recht van gebruik en bewoning van het genotspand.  De ingelanden zijn de polderbelasting verschuldigd.

Elke polder- en of watering heeft een bestuur.  Bij vergelijking kan worden gezegd, dat het bestuur tegenover de Algemene Vergadering staat in dezelfde verhouding als het college van burgemeester en schepenen tegenover de gemeenteraad.  Dit bestuur is noodzakelijk samengesteld uit een dijkgraaf, een adjunkt-dijkgraaf en gezworenen.  De ontvanger-griffier staat het bestuur bij, maar hij is er geen lid van.  In de polders zijn ook nog de burgemeesters, van de gemeenten waarover het gebied van de polder zich uitstrekt, van rechtswege lid van het bestuur.  Maar zij hebben slechts een raadgevende stem. De wet zegt dat de polders werkelijk openbare besturen zijn.  Zij zijn dan ook onderworpen met hun eigen gezag aan de bestendige deputatie en de Koning.  Historisch zijn de polders veel ouder dan de gemeenten.  De polders hebben noodzakelijk rechtspersoonlijkheid en hun taak is hun gebied te beveiligen tegen watersnood en te zorgen voor drooglegging, bevloeiing en wegenis.  Tot zover enkele details over de polders in het perspektief van het Waterstaatgebied alhier.

Het Leopoldskanaal
Het Leopoldskanaal of  "de vaart ".
Foto J. Valcke, Sint-Laureins.

HET LEOPOLDSKANAAL.  (Wie meer wetenswaardigheden wenst, verwijzen wij naar "RECHERCHES HISTORIQUES sur les voies d'écoulement des eaux des Flandres à l'occasion du PROJET DE LOI relatif à la construction du Canal de Selzaete à la Mer du Nord", par l'abbé J.O. Andries, Bruges, 1838).

Menig inwoner - jong en oud - van de 's Gravenjansdijk vindt zijn genoegen en ont­span­ning in de visvangst op paling, baars en bot in de hier vlakbij gelegen "Vaart" of het Leopolds­kanaal.  Over die "Vaart" hier iets meer.

Naast natuurlijke en oude waterafvoeringen, loopt hier een kunstmatig gegraven kanaal, dat voor heel het omliggende van onschatbare waarde is om de wateren naar de Noordzee te lozen.  Waren de oude waterwegen voor dit doel tot dan toe onvoldoende en gebrekkig, de Leopoldsvaart betekende de uiteindelijke en - het moge gezegd - de definitieve oplossing om de bevolking uit deze gewesten voor altijd én van de watersnood én van de polderkoorts te bevrijden.

Dit waardevol werk heeft zijn ontstaan te danken aan Z.E.H. Kanunnik Andries, pastoor van Middelburg (Vlaanderen).  Jozef Olivier Andries werd op 23 juni 1796 te Ruddervoorde geboren en gedoopt als zoon van "Jan ex Ruddervoorde en van Barbara Laros ex Mal­de­gem".  Hij was pastoor te Middelburg en Heyle van 1827 tot 1836 en overleed te Brugge in 1886.  Hij was Kanunnik van de Kathedraal te Brugge, Commandeur in de Leopoldsorde, gedekoreerd met het ijzeren kruis, Ridder in de orde van Sint-Gregorius-de-Groote, mede­stichter van de Emulatie voor de studie in geschie­denis en antikwi­teiten in Vlaan­deren, lid van het Congres en van de Kamer der volks­vertegen­woordigers.

(wordt voortgezet).
Robert BERNAERT

Separator

Mengelingen over de parochie 's Gravenjansdijk 1 - 2 - 3 - 4

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024