|
Oorzaeke van quaede Houwelyken.
Voor de gene, die dit H. Sacrement wel ontfangen, is het eenen
oorsprong van zegen; en voor die het zelve quaelyk ontfangen, eenen oorsprong
van veel quaed: Want hier uyt volgen gemeynelyk vervloekingen van elkanderen,
gedurigen twist, verquistinge van goed, ongetrouwigheden, enz.
Het is hier eene helle, en als een beginsel van een eeuwig verderf.
De oorzaeken van quaede Houwelyken zyn, ten 1. Quaelyk geleeft te
hebben voor het Houwelyk. 2. De onzuyverheden, die dikwils bedreven worden
in het zoeken van een wederpaer. 3. Eenen onvoorzichtigen en zinnelyken
keus, zonder den raed van Ouders; enz. 4. Dit groot Sacrament
te ontfangen zonder bereydinge, ja, dikwils met vele zonden, als van wulpsheyd,
overdaed, enz.
5. Zoo eene heylige zaeke aen te gaen uyt eenen beestelyken lust. De zeven
Mans van Sara, die het Houwelyk aengingen met zulk inzicht (ook eer het Houwelyk
was een H. Sacrament) wierden allegader den eersten nacht van den duyvel
vermoord. (Tob. 6.) |
|
Plichten der Getrouwde tot elkanderen.
De plichten van den Man zyn, ten 1. zyne Huysvrouwe te
beminnen met eene zuyvere liefde, gelyk CHRISTUS zyne Kerke. 2. Haer te
bewyzen goede genegendheyd; haer te handelen met eerbiedigheyd; haer goede
voorbeelden te geven; voor haer te bidden; haer te onderwyzen, te beschermen,
en te troosten; haer kennisse te geven van de huyszaeken, en te zorgen voor het
onderhoud des huysgezins.
Zy misdoen tegen deze plichten, die hunne Vrouwe verachten;
smaedelyk aenspreken; die haer bitter vallen; enz. Die haer houden
als dienstmaerten; die bynae alles doen volgens hunne zinnelykheyd zonder kennisse
van de Huysvrouwe; die het goed verquisten; eyndelyk, het gene het ergste van
al is, die hunne Vrouwen dwingen tot schandelyke ongeregeldheden,
onrechtveirdigheden ofte andere zonden.
De plichten van de Vrouwen zyn, in haeren Man te eeren
den Persoon van CHRISTUS. Hem te gehoorzaemen, en hem te winnen door
verduldigheyd. Voor hem te bidden; te letten op het huysgezin; niet
merkelyks weg te geven, ofte onkosten te doen, zonder oorlof. |
|
Tegen deze plichten misdoen de gene, die den
meester spelen; haere Mans verachten; hunne korzelheyd ontsteken; die gedurig
tegenzeggen; enz.
die haeren tyd verquisten met klappen, spelen, wandelen; en die het inkomen
verteiren in lekkernyen, ydelheden en pracht.
De plichten der Getrouwde tot hunne Huysgenoten zyn:
Te zorgen voor hunne zaligheyd; hun te geven goede voorbeelden; hun goedhertigheyd
en liefde te toonen; hun te vermaenen tot het bidden, tot het aenhooren van het
Woord Gods, tot het lezen van goede Boeken, tot het ontfangen van heylige Sacramente,
enz. En hun daer toe tyd te geven. Voorders, hunne huysgenooten
niet te verlaeten, als zy ziek zyn. Hun aen te zien, als hunne Broeders in
CHRISTUS, en als Mededienaers van den zelven Heer. Gy, Heeren, zegt den
H. Paulus, doet aen uwe knechten het gene de rechtveirdigheyd en beleefdheyd
vereyscht, gedenkende dat gy hebt eenen en den zelven Heer in den Hemel. |