Een kranig Adegems geslacht (1620 - 1981) door Maurice Ryckaert

Judocus Pollet

door Maurice Ryckaert

Judocus Pollet werd geboren te Adegem in de Murkelwijk op 2 februari 1784 en overleed er op 95-jarige leeftijd op 14 februari 1879.  Hij huwde kerkelijk te Adegem op 4 november 1815 met Maria Judoca Ryckaert, die aldaar op 28 maart was geboren.  Zij wonnen vijf kinderen : Eugenie, Petrus, Petrus Joannes, Carolus en Ferdinand.  Maria Judoca Ryckaert stierf te Adegem op 22 augustus 1833 en Judocus hertrouwde te Adegem op 5 mei 1837 met Rosalie Petronella Waltens, aldaar geboren op 20 messidor jaar VII der Franse Republiek of 8 juli 1799 en er overleden op 10 november 1867.

Tijdens het huwelijk van Judocus Pollet en Maria Judoca Ryckaert en nadien met Rosalie Petronella Waltens, zou de familie Pollet uiteenvallen en zich splitsen in twee takken : de Ryckaerts enerzijds, gesproten uit het eerste huwelijk en de Pollets anderzijds, gewonnen uit het tweede huwelijk.

Het schijnt zeer eigenaardig en zelfs ongelooflijk, dat kinderen van éénzelfde vader, twee totaal verschillende familienamen kunnen dragen.  En nochtans is het zo.  Deze splitsing zou naderhand enige verwarring met zich brengen, die een jarenlange nasleep zou kennen.

Wat was er eigenlijk gebeurd ?

Ferdinand Ryckaert vertelde aan zijn kinderen, dat zijn vader, Judocus Pollet, die wever was en bij zijn ouders woonde op de Terlindenwijk, op een dag door de veldwachter, in opdracht van de Adegemse burgemeester Jan Potvlieghe, op het boekje werd gezet omdat hij een haas had gestroopt.  Zeer geërgerd en verbolgen over deze straf, weigerde Judocus alle kontakt met de burgervader en zwoer een dure eed dat hij nooit één voet op het gemeentehuis zou zetten zolang Potvlieghe daar de scepter zwaaide.

En Judocus hield zijn woord.

Wanneer hij op 4 november 1815 te Adegem trouwde met Maria Judoca Ryckaert, die twee maanden voordien bevallen was van een dochter, weigerde hij voor de burgemeester te verschijnen en toog met zijn jonge bruid naar de kerk, waar pastoor De Smet hun in de echt verbond.

Ik heb dit verhaal van Ferdinand Ryckaert, die een zoon was van Judocus Pollet en van Maria Judoca Ryckaert, naar zijn waarde getest.

Over een ruzie met de burgemeester en het motief daarvan heb ik vanzelfsprekend niets gevonden.  Maar mijn bevindingen waren echter van dien aard, dat zij aan het verhaal van Ferdinand mogen getoetst worden.

Ik ben naar het gemeentehuis en naar de pastorie van Adegem getogen.  Op het gemeentehuis trof ik de gemeentesekretaris, René Pollet aan, die evenals ikzelf een achterkleinzoon is van Judocus Pollet, in de vierde graad.  Wij zijn dus verre neven van elkaar en hebben in Judocus Pollet een gemeenschappelijke voorvader.  Ik heb er gewerkt met alle faciliteiten, waarvoor ik de heer Pollet dankbaar ben.  Ook pastoor D'Havé van Adegem liet mij rustig in de parochieregisters grasduinen, waarvoor ik hem eveneens dankbaar ben.

In het register van huwelijken van 1815, berustend op het gemeentehuis van Maldegem (registers van het vroegere Adegem) vond ik over een huwelijk van Judocus Pollet met Maria Judoca Ryckaert, geen enkele melding, wat wel degelijk bewijst dat het daar niet plaats vond.

De vijf kinderen die uit dit huwelijk gewonnen werden, staan in de registers van de geboorten ingeschreven als wettige kinderen van Maria Judoca Ryckaert, wonende "in de wooning van Judocus Pollet in de Terheidenwijk of Murkelwijk", en werden telkens aangegeven door een broer van Maria Judoca en de vroedvrouw.  Hun vader, Judocus Pollet, komt er dus niet bij te pas.

Bij de pastoor lag de zaak helemaal anders.  Daar was het huwelijk van Judocus Pollet en Maria Judoca Ryckaert wettig ingezegend.  Wij lezen in het huwelijksregister : "Die 4 9bris 1815, promissis sponsabilus et tribus bonnis contraxerunt matrimonium judocus pollet fs caroli et maria De jager, étatis 31 an.  Ex hac, et Maria Judoca Ryckaert, fa josephi et Marie anne Clement, étatis 22 an.  Ex hac, coram me et testibus petro Looge et anna catharina verbeke." L. De Smet pastor.

Al de kinderen werden op de pastorie bij hun geboorte met de familienaam Pollet ingeschreven.  Eenmaal echter vergiste pastoor Welvaert zich, wanneer hij de geboorte van Petrus inschreef op 24 april 1825 onder de naam van Ryckaert, maar deze onmiddellijk doorstreepte en door Pollet verving.

Het kan als onmogelijk voorkomen dat zoiets in 1815 kon voorkomen, een kerkelijk huwelijk dat niet door het burgerlijk was voorafgegaan.  In 1806 had Napoleon Bonaparte, die tijdens de Franse Revolutie ons land bezette, het eerste Burgerlijk Wetboek uitgevaardigd waarin expliciet stond dat elk huwelijk eerst burgerlijk moest geschieden.

Het jaar 1815 was echter een heel bijzonder jaar voor de geschiedenis van ons land.  Het regime van terreur, dat meer dan twintig jaren had geduurd, had in juni van dit jaar een einde genomen door de Franse nederlaag in de Slag van Waterloo.

Het jaar 1815 zou men eigenlijk een beetje kunnen vergelijken met dat van 1944, het jaar van de bevrijding van ons land en ons volk uit de jarenlange bezetting en verdrukking door de Duitse legers en de Duitse administratie met zijn duizenden dwangwetten.  Ook tijdens die bevrijdingsdagen en zelfs nog lang nadien zag men dingen gebeuren die wettelijk gezien niet mogelijk waren geweest, maar toch ongehinderd door de beugel kwamen in een nevel van vertwijfeling, onzekerheid, vrees en de chaos van de feestvreugde.

Het geval Judocus Pollet zou na 1816, wanneer de gemoederen tot bedaren waren gekomen en alle wetten en besluiten door een vaste hand tot naleving waren gedwongen, niet meer hebben kunnen gebeuren en het geslacht Pollet zou nooit één Ryckaert hebben voortgebracht.

Het geval Judocus Pollet is daarom geenszins een uniek geval in de geschiedenis van ons land, want in elke gemeente komt men in de jaren rond 1815 dergelijke gevallen tegen.

Hierdoor splitste de familie zich in twee takken, de Pollets en de Ryckaerts, die, alhoewel in vermaagschap innig met elkaar verbonden, nadien toch uiteengroeiden en uiteindelijk als twee afzonderlijke families van elkaar vervreemdden.

Wanneer Maria Judoca Ryckaert in 1833 sterft, registreert men op het gemeentehuis te Adegem : "echtgenoote van Judocus Pollet, voor wat het Geestelijke betreft".  Zij was dus nooit wettige echtgenote van Judocus Pollet geweest.

Daarmede waren alle moeilijkheden nog niet van de baan en volgden nog een reeks van misverstanden.

Na het overlijden van Maria Judoca Ryckaert, hertrouwde Judocus Pollet in 1837 te Adegem - én voor de wet én voor de kerk - met Rosalie Petronella Waltens en de drie kinderen die zij wonnen werden zowel in de pastorie als op het gemeentehuis als Pollets geregistreerd.

Met de Ryckaerts verliep het echter geheel anders.  Al de kinderen die geboren waren uit het huwelijk van Judocus Pollet en Maria Judoca Ryckaert waren voor de wet Ryckaerts en voor de kerk Pollets, aangezien zij voor de ene uit een onwettig en voor de andere uit een wettig huwelijk waren gesproten.

Maar de Adegemse pastoors hebben bij de inschrijving van de geboorte, het huwelijk of het sterfgeval van sommige nazaten van Judocus Pollet meer dan eens getwijfeld en zich ook wel eens vergist.

Hiervan enkele voorbeelden.

Ferdinand Ryckaert (voor de wet) en Pollet (voor de kerk) huwde in 1855 te Adegem met Amelia Vyncke als Ryckaert op het gemeentehuis en als Pollet in de kerk, evenals zijn broers en zuster.

De twijfel ontstaat bij de kinderen uit het huwelijk van Ferdinand en Amelia.

Kamiel in 1855, Henri in 1862 en Eulalie in 1866, worden door de pastoor bij hun geboorte als Pollets ingeschreven; hun broer Karel Lodewijk krijgt in 1864 de naam Ryckaert mee, Louise Marie wordt in 1870 opnieuw Pollet genoemd, maar het jongste kind, Emiel, dat in 1872 gedoopt wordt, wordt ingeschreven als "cevilem Ryckaert" met in randschrift de melding "juxta legem" d.i. : "volgens de wet".

Nadien zullen alle nazaten van deze kinderen zowel in de kerk als in de burgerlijke stand als Ryckaerts geregistreerd worden.

In hoeverre het waar is kan niet meer gekontroleerd worden, maar de kinderen van Karel Lodewijk Ryckaert weten te vertellen dat hun grootvader Ferdinand, rond 1870, samen met zijn broers en zuster die de naam Ryckaert droegen, op zekere dag op het gemeentehuis van Adegem werden ontboden, om er de uiteindelijke en definitieve keuze van hun familienaam te bepalen.  Allen kozen de naam waarmede zij wettelijk in de registers van de Burgerlijke Stand stonden ingeschreven en alles bleef zoals het voordien altijd was geweest.  Dit gezegde mag gerust als echt worden beschouwd, evenals de annekdote dat Ferdinand toen de stekelige opmerking zou hebben gemaakt.

"Ons vader heeft ons niet als Pollets willen erkennen en wij willen het dan ook niet zijn".

Eigenlijk had Judocus Pollet met zijn kortzichtige koppigheid een verwarrende toestand geschapen en zou de naam Pollet voor de Ryckaerts in de wandeling nog lang blijven naleven.  Vooral te Adegem waar de wieg van het geslacht heeft gestaan, werden de kinderen, de kleinkinderen en in sommige gevallen thans nog de achtereinkinderen van Judocus Pollet en Maria Judoca Ryckaert als Pollets versleten.

Als illustratie dit nog dat de kinderen van Karel Lodewijk en Amelia Gobijn, in de gemeenteschool van Adegem als Pollets stonden aangetekend, wat een grove vergissing was van meester Ginneberghe, maar in de kathechismusles in de kerk van Adegem wel degelijk Ryckaert heetten.

Wanneer mijn vader Henri Ryckaert in 1912 huwde en zich in Ronsele ging vestigen, opende hij daar een herberg met het uithangbord : "In Adegem - bij Henri Ryckaert - bijgenaamd Pollet".  Hij was toen trouwens als Ryckaert totaal onbekend, evenals zijn broers en zusters.

Judocus Pollet was zeker geen onbesproken figuur in de familie.  Zijn oudste thans nog levende nazaten zijn unaniem in hun verklaringen dat hun voorvader "vanaf zijn hoeve in Onderdijke naar de kerk in Adegem kon gaan zonder zijn eigendom te moeten verlaten", een spreekwoordelijke uitdrukking die vroeger algemeen werd gebruikt om een grootgrondbezitter te identificiëren.  Hij zou al deze bezittingen aan allerlei avontuurtjes verkwanseld hebben.  Ook wordt verteld, maar dan minder affirmatief, dat de Pollets zich zouden verrijkt hebben door het aankopen van "zwart goed", dit zijn goederen die tijdens de Franse Revolutie (1797-1810) en onder het Hollands Bewind (1820-1821) van de geestelijke instellingen werden afgenomen en nadien als nationale goederen onder de veilingshamer kwamen.

Ik heb deze beide verhalen naar hun waarheid getest.

Judocus Pollet woonde van zijn geboorte af op een hoeve, vooraan in de Onderdijkstraat te Adegem, thans nog bewoond door zijn achterneef Noël Pollet.  Na zijn tweede huwelijk in 1837 met Rosalie Waltens, verhuisde hij naar een ander bedrijf, dichtbij het ouderlijk huis in dezelfde straat, thans bewoond door zijn achterkleinzoon Willy Pollet.  Dit bedrijf had een oppervlakte van nagenoeg 11 ha.  Als wij nagaan welk beroep Judocus uitoefende tussen 1815, het jaar dat hij huwde met Maria Judoca Ryckaert, en 1837, het jaar van zijn tweede huwelijk met Rosalie Waltens, zien wij dat hij als werkman stond ingeschreven en zijn vrouw een spinster was.  Het is pas van zijn tweede huwelijk af dat hij landbouwer wordt genoemd.  Judocus heeft tijdens zijn eerste huwelijk geen eigendommen verworven en bezat er ook geen.

Wanneer rond 1820 te Adegem het kadaster werd opgemaakt, bezat Maria Livina De Jaeger, weduwe van Karel Pollet en moeder van Judocus nog twee hoeven in de Onderdijkstraat, waarvan hierboven sprake, met iets meer dan 31 ha bijgaande akkerland en bossen.  In 1838, kort na het tweede huwelijk van Judocus, maakte zijn moeder ten overstaan van een notaris haar testament en toen bleek dat ze nog een hoeve bezat met een areaal van circa 23 ha.  Haar eigendommen waren dus afgenomen met nagenoeg 7 ha, waaronder een hoeve, die wij dan in het bezit vinden van Judocus, die deze goederen in 1838 van zijn moeder had gekocht.  In datzelfde testament werden aan Judocus, die nog zusters en broers had, iets meer dan 4 ha toebedeeld, zodat hij in 1844, bij het overlijden van zijn moeder een hoeve met 11 ha land in eigendom bezat.

Het is waar dat Judocus zijn eigendommen niet heeft vermeerderd en zelfs geen voorbeeldig bedrijfsleider was, aangezien hij zijn goederen zelfs niet heeft kunnen behouden, want in 1876 en het jaar daarop verkocht hij er 8 ha akkerland van, zodat er na zijn overlijden in 1879 alleen nog het hof met iets meer dan 2 ha areaal onder zijn kinderen te verdelen viel.

Of het van de hand doen van al deze goederen het gevolg was van een of ander avontuurtje, zoals algemeen beweerd wordt, blijft vooralsnog een betwijfelbaar verhaaltje.

Over het opkopen van "zwart goed" door Judocus kan hier echter geen sprake zijn aangezien zijn eigendommen uitsluitend van de erfenis van zijn ouders voortkwamen.  Trouwens was Judocus slechts 12 jaar oud toen de eerste veiling in 1796 plaatsgreep en amper 25 jaar oud en nog niet "zijn zelfs persoon", d.i. nog niet meerderjarig, wanneer de tweede verkoop in 1821 gebeurde.

Laten wij nu even nagaan wat de ouders en de voorouders van Judocus Pollet bezaten.

In het landboek van Adegem, anno 1680, dat de eerste kadastrale legger was onder het oud regime, dus tot voor het aanleggen van het huidig kadaster rond 1820, staat geen enkele Pollet met eigendommen geregistreerd.

Wanneer de grootvader van Judocus, Carolus, in 1742 te Adegem overleed, bezat hij slechts een kleine hoeve in de Onderdijkstraat van amper 4 gemet groot.  Uit zijn twee huwelijken had hij 15 kinderen gewonnen, zodat de vader van Judocus, die er een van was, zeker geen groot erfdeel zal verworven hebben.  Wanneer de tweede vrouw van Carolus, Petronella Valcke in 1780 overleed, bezat ze nog niets meer dan de kleine hoeve in Onderdijke van 4 gemet groot.  Uit de inventaris van haar nagelaten bezittingen bleek toch dat zij een zeer welstellende boerin was en een groot bedrijf had bestuurd met vele hektaren land en bos, die ze van verscheidene eigenaars in pacht had.

Nochtans zien wij dat Pieter Pollet, de oudste zoon van Carolus en van zijn eerste vrouw Judoca De Keyser, reeds in 1741, het jaar voor de dood van zijn vader, in Onderdijke reeds om en bij de 18 gemet bos en akkerland in eigendom bezat, die hij door aankoop had verworven.  Wij weten niet of deze eigendommen later aan Carolus Ludovicus, de vader van Judocus, gekomen zijn.

Wij hebben reeds gezien dat Maria Livina De Jaeger, moeder van Judocus Pollet, in 1844 op haar hoeve in de Onderdijkstraat overleed en daar een eigendom naliet van circa 23 ha, bestaande uit 2 hoeven, landbouwgronden en bossen, die het jaar daarop onder haar kinderen werd verdeeld en waarvan er ongeveer 4 ha ten deel vielen aan haar zoon Judocus.

Carolus Pollet mag hier gerust als grootgrondbezitter betiteld worden en waarschijnlijk slaat het verhaal over de fabuleuse bezittingen van Judocus op zijn vader Carolus.  Blijft de vraag : waar heeft Carolus Pollet, Judocus' vader al deze eigendommen gehaald en heeft hij zich soms niet vergrepen aan het aankopen van "zwart goed" ?  Ook dat is niet waar.  Carolus kan zich onmogelijk aan zulke lakse praktijken hebben schuldig gemaakt aangezien hij in 1796 overleed, nog voor de veilingen plaats hadden.  Om de verwerving van al deze eigendommen na te gaan zou men in de notariële akten van misschien meerdere notarissen moeten gaan grasduinen, wat een enorme karwei zou betekenen.  Het resultaat zou hetzelfde blijven :  de Pollets hebben zich niet rijk gemaakt bij middel van loense praktijken.

Vermelden wij tenslotte nog dat de familie Ryckaert reeds zeer vroeg eigendommen te Adegem bezat.

Judocus Pollet won bij zijn eerste vrouw Maria Judoca Ryckaert zes kinderen : Eugenia die reeds was geboren voor hun huwelijk, nl. te Adegem op 22 september 1815 maar reeds op 17 mei 1854 ongehuwd te Adegem overleed.  Daarna kwamen Carolus, geboren te Adegem op 18 september 1818; Petrus, geboren te Adegem op 14 augustus 1821 en vroeg overleden; Petrus, geboren te Adegem op 24 april 1825 en vier maanden nadien aldaar overleden op 24 augustus 1825; Carolus, geboren te Adegem op 10 augustus 1826 en aldaar jong gestorven op 16 april 1833 en tenslotte Ferdinand, te Adegem geboren op 25 april 1830 die volgt.

Uit zijn huwelijk met Rosalie Petronella Waltens, waarmede hij zowel voor de wet als voor de kerk was gehuwd, won Judocus :  Pollet Frederika, te Adegem geboren op 18 september 1841; Pollet Leonard, te Adegem geboren op 16 augustus 1845 en Pollet Jan Baptist, geboren te Adegem op 22 april 1838, die huwde met Philomene Coopman en waarvan bijna al de thans nog bestaande Pollets te Adegem en in het omliggende afstammen (zie bijlage 4).

Ferdinand Ryckaert, de enige zoon van Judocus Pollet en Maria Judoca Ryckaert die overleefde en kinderen had, en die wij — in onze studie althans — als de stamvader van de Ryckaerts beschouwen, werd geboren te Adegem op de hoeve van zijn vader in de Onderdijkstraat op de Murkelwijk op 25 april 1830.

Lees verder over Ferdinand Ryckaert.

Top van deze blz.
Onze Ryckaert welkomblz
Inhoudstafel  -   Zoek-bladzijde

U heeft een aanvulling, een commentaar, een foto of een verbetering ?
Neem dan aub contact op met ons !

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteland homepage

Copyright Notice

Meest recente bijwerking :  07/08/2022