Uit tijdschrift "Ons Meetjesland", 1983, 16de jaargang, nr. 1

KONINKLIJKE KATHOLIEKE HARMONIE
AMICITIA

1881 - 1981
EEN KRONIEK VAN 100 JAAR VRIENDSCHAP

3. De heroprichting (1918-1929)

a) NA DE OORLOG

Nadat van Ugro (54) en zijn trawanten in november 1918 Eeklo verlaten hadden kwam het openbare leven in de stad eerder moeizaam op gang.  Gedurende de oorlog waren alle manifestaties en feestelijkheden verboden en de bevolking was ontzettend verarmd door de eindeloze Duitse opvorderingen.  Vier jaar bezetting betekende voor veel verenigingen dan ook de doodsteek.  De katholieke fanfare De Getrouwe kon niet weer opgericht worden en de liberale fanfare Vereenigde Vrienden versmolt met de Koninklijke Harmonie St.-Cecilia.  De muzikanten bleven daarom niet bij de pakken zitten en reeds op vrijdag 11 november begeleidden "versmoltene bestanddelen van de Eeklose burgermuzieken" een optocht van schoolkinderen door de stad.

In december kwam het bestuur van Amicitia samen om te trachten de harmonie herop te richten.  Het bestond toen uit voorzitter Philibert Van Hoorebeke, eerste ondervoorzitter Ghislain Van De Maele, tweede ondervoorzitter Pius Ryffranck, secretaris Maurice Goethals en verder Jules Bastien, Armand Goethals, Edgard Van Zandycke, Désiré Bastien, Julien Van Overberghe, Maurice Lehoucq, dirigent Jules Verhasselt en onderdirigent Prosper Bastien.  Ze onderzochten de mogelijkheid aan genoeg spelende leden en ereleden te geraken en richtten daartoe een oproep tot de ereleden om door een eenvormige bijdrage van 10 frank de kosten van de heropbeuring te dekken.  Gemakkelijk was dat niet.  Van de ongeveer 45 muzikanten van het voor-oorlogse korps waren er 24 die opnieuw wilden beginnen.  De anderen waren intussen overleden, gesneuveld, te oud of zagen het niet meer zitten.  Volgende werkende leden van voor 1914 verdienen de eer Amicitia te hebben doen heropleven: Albert, Désiré, Paul en Prosper Bastien; Arthur, Louis en Seraphien Delcourt; Philibert De Leeuw, Leonce De Poortere, Eugeen Fordeyn, Aimé Goemé, Célestin Grégoire, August Lacaeyse, Maurice Lehoucq, Honoré Staelens, Urbaan Van De Woestyne, Prosper Van Ghyseghem, Richard Van Hyfte, Julien Van Overberghe, Alfred Van Vooren, Jules Verhasselt, Leo Verschoote, Aloïs en Nestor Verstraete, August Willems.

Spijskaart van 1911

Prosper Bastien, Julien Van Overberghe en Richard Van Hyfte togen weer aan het werk om jonge leden noten te leren lezen of een instrument aan te leren en onder leiding van Jules Verhasselt hervatte men de repetities de zaterdagavond in het kleine zaaltje - een soort veranda - achter de oude kleine zaal van de Katholieke Kring.  In 1919 hernamen de gewone aktiviteiten van de harmonie hun gang.  Op zondag 22 juni stapte Amicitia mee op in de eerste naoorlogse sacramentsprocessie, een traditie die tot diep in de zestiger jaren standhield.  Op maandag 4 augustus herdacht Eeklo het uitbreken van de oorlog en bracht hulde aan de gesneuvelden en gefusillieerden.  De harmonie begeleidde de stoet naar de stedelijke begraafplaats en gaf om 21 uur haar eerste naoorlogse concert op de stadskiosk (Markt).  Tot en met het jaar 1937 zou Amicitia jaarlijks diverse zomerconcerten geven op de kiosk.  Het moet de muzikanten een grote voldoening gegeven hebben te kunnen spelen voor honderden mensen in een luistervriendelijke omgeving.  Vele tijdgenoten getuigen dat de Markt soms zwart zag van het volk.  Er was geen lawaaihinder van het drukke verkeer in het hartje van Eeklo om zachte solo's van (cornets à) pistons, trombones of tuba's te overstemmen.  Voorzitter Philibert Van Hoorebeke stelde er prijs op dat in de kermisweek zoals voor de oorlog, een concert zou gegeven worden in zijn lusttuin, het vroegere aloude schuttershof.  Tijdgenoten getuigen dat het om een uniek park ging.  De tuin was uiterst kunstvol aangelegd met lommerrijke prieeltjes, koele vijvertjes en een chalet (na een expositie afgekocht).  Her en der stonden kraampjes waar de genodigden snuisterijen konden kopen of hun dorst lessen.  In het chalet schonk men champagne.

Harmonieën en Fanfares in Eeklo sedert 1805.

Te midden van het grasplein was de plaats waar harmonieën en fanfares reeds in de jaren 1870 concerten gaven: voor een liefhebber een ideale plek om van muziek te genieten.

In die tijd leefde een muziekvereniging van nabij de gebeurtenissen in Eeklo mee.  Ze begeleidde afgestorven leden naar hun laatste rustplaats, bracht aubades en serenades aan gedecoreerden, feestelingen, prijswinnaars en jonggehuwden en luisterde kermissen op.  Reeds in 1919 vierde men weer Kerkstraatkermis en Kaaikermis.  Daar ook was de plaats van de muzikanten want... een muzikant zonder drank leeft niet lang.  Met de opkomst van de geluidsversterking verdween grotendeels die funktie van een harmonieorkest.

b) CECILIAVIERING

Het hoogtepunt van het muzikale jaar was en is het Ceciliafeest.  De brave Heilige Cecilia heeft op 22 november haar naamfeest en alle muziekverenigingen huldigen in die periode hun schutspatrones met een concert en een banket.  Bij Amicitia duurde dat twee (of soms drie) dagen.  De zondagavond om 19 u greep het concert plaats in de zaal van de Katholieke Kring.  Toendertijd was dat geen hoogstaand muzikaal evenement maar eerder een bonte avond, waarbij de inbreng van de harmonie gering was.  Dat concert was eigenlijk een samenwerking tussen de drie culturele verenigingen van de Katholieke Kring, de harmonie, de symfonie Wij Willen en de toneelbond Lust naar Kunst; het was ook alleen toegankelijk voor leden en ereleden van die verenigingen en hun huisgenoten.  De harmonie opende de avond met een mars en speelde daarna nog een fantasie, ouverture of mengelstuk.  Dan volgden zangstukken, solo's of duetten, ernstige of luimige liedjes, een symfonisch intermezzo en de avond werd besloten met een zangspel in één bedrijf of een komische éénakter.  Degenen die muziek speelden, zongen of toneel speelden waren ook dikwijls dezelfden.  Vanuit de gelagzaal van wat hoe langer hoe meer de Gouden Leeuw genoemd werd, kon men horen wat er zich in de feestzaal afspeelde, zodat vele toehoorders hun dorst gingen lessen in het café en zo het concert volgden; ook stonden er geïnteresseerden achter in de zaal, al rokende met een glas bier in de hand te luisteren.  Vaak hoorde men niet wat er vooraan gezegd werd door het hoesten en kuchen.

Op zondag 23 november 1919 greep het eerste naoorlogse Ceciliaconcert plaats en op maandag 24 november het eigenlijke feest.  De dag begon om 9.30 uur met een mis voor de afgestorven leden en daarna werden de ereleden-herbergiers bezocht.  Men trok de hele stad door, blazend tot men erbij viel - op 't einde stak het toch zo nauw niet meer - en men keek niet op een kilometer of een pintje.  Om 12.30 u ging men in de zaal van de Katholieke Kring aan tafel voor het banket waarop ook de ereleden tegen betaling konden inschrijven.  Dit was een pure mannenzaak.  Vrouwen hoorden aan de haard, begrepen toch niets van een muzikantenziel, hadden thuis reeds alles te zeggen en zouden toch maar roet in het eten gooien.  Dit moest en kon vermeden worden tot de zestiger jaren, toen de gelijkberechtiging van de vrouw op alle gebieden doorzette.

Na en tijdens de uitgebreide maaltijd - vier of vijf gangen waren geen uitzondering - werd uitvoerig gesproken, meestal door voorzitter Philibert Van Hoorebeke (die het roken aan tafel verbood), secretaris Maurice Goethals, bestuurslid Pius Ryffranck en enkele vertegenwoordigers van de Katholieke Partij René Vermast, Lionel Pussemier of Remy Van Brabandt, voor wie Amicitia een middel was om stemmen te ronselen, want in 1919 werd het algemeen enkelvoudig stemrecht ingevoerd.  Sommige van die sprekers durfden wel drie kwartier en langer spreken.  Na dat officiële gedeelte was er tijd voor een luimige voordracht, een lied, een klucht en een paar muzikanten speelden een aria, een polka of een populair deuntje.  's Avonds verlieten de muzikanten de feestzaal en zwermden uit over de stad waar ze voortvierden tot vroeg in de morgen.  Niet zelden zag men de dinsdag nog groepjes Ceciliavierders mekaar naar huis brengen.

  De Ceciliafeesten werden te dien tijde gefeest door 't voetvolk alleen, het paardenvolk was er niet bij betrokken, daardoor duurden ze twee à drie dagen.  De zondag de inzet, de maandag speciale congé: (dat kan nu niet meer) rondgang, menigvuldige café's, diner: drie plats (redelijk zwaar) soep, hors d'oeuvres variées, turbot en kiekens.  Onze bombardon, een Waal, schepte de plat kiekens op zijn bord en daarnevens en zei: "dat is ne kiek voor mij alleen".  Hij heeft opvolgers gehad, 't is de ziekte van de bombardons.  Henri moest er niet voor onderdoen.  Als ze volgepropt zaten deden ze om zes uur "le tour des ambassadeurs" en overladen kwamen ze rond middernacht bij Stantje Meersschaut en aten er enkele meters droge worst met een digestief bij.  's Anderendaags liep Fred Spetters in zijn wit ververskostuum met de verfpot in de hand zijn vrienden Richard Van Hyfte en Urbaan Van De Woestyne ophalen, die elk hun maats meebrachten - een vijftien man ongeveer - en bezochten de mildste leden van 't bestuur om te eindigen op een souper in De Groenen Boomgaard.  Maar er was gedurende het jaar geen enkele herhaling die ze misten, en nooit of nooit was er enen die op een rondgang of concert afwezig zou geweest zijn: dit was de goede geest van een maatschappij.
  Hubert De Baets, tafelrede Ceciliafeest 1976.

De laatste aktiviteit van het oude jaar, en meteen ook de eerste van het nieuwe jaar, waren de gebruikelijke serenades die men gewoontegetrouw reeds sedert het ontstaan van Amicitia op oudejaarsavond bracht aan E.H. Deken, de burgemeester en de voorzitter van de harmonie, een gebruik dat tot het begin van de dertiger jaren standhield.  Omstreeks 12 uur keerde men naar het lokaal terug, de voorzitter wenste iedereen een voorspoedig jaar en er werd gedronken op het nieuwe jaar (de pinten van het oude jaar moesten nog doorgespoeld worden).

c) VEERTIG JAAR OUD

In het jaar 1921 had Amicitia zijn vroegere kracht herwonnen en met 45 spelende leden zou dirigent Jules Verhasselt proberen het 40-jarig bestaan van de harmonie muzikaal hoogstaand te vieren.

Ter gelegenheid van de Guldensporenherdenking gaf Amicitia om 22 uur een concert op de kiosk na een feestzitting in de nieuwe cinema Ledeganck (Postgasthof, later Luxor).

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van april 1921 waren de katholieke kandidaten aanzienlijk vlaamsgezinder dan de oude katholieke gemeenteraadsleden van voor de oorlog.  De harmonie bleef daar niet ongevoelig voor en manifesteerde zoals voorheen haar uitgesproken vlaamsvoelend karakter, hoewel een deel van het bestuur daar niet achter stond.  Amicitia werkte altijd enthousiast mee aan de 11 julivieringen, ook al was haar concert soms maar het enige wat gebeurde.

Ten einde toeristen aan te lokken organiseerden verscheidene badsteden aan onze kust zoals voor de oorlog bestendige festivals voor zangverenigingen en harmonieën of fanfaren.  Men paarde het nuttige aan het aangename en in de zomer van 1921 trok Amicitia naar de festivals van Blankenberge en Heist, waar ze zoveel bijval kenden dat ze naast de gebruikelijke premie nog 100 frank bovenop kregen !

Van de gebruikelijke aubades dient er toch één speciaal vermeld te worden.  Tijdens Eeklo-kermis greep in de Meisjespatronage in de Kloosterdreef de prijsuitreiking van de muziekschool plaats.  Was er een aspirant-spelend lid laureaat dan werd hij in de Kloosterdreef afgehaald en muzikaal naar huis begeleid (55).

Voor de gebruikelijke concerten tijdens Eeklo-kermis en andere wijkkermissen (Boelare, Molenstraat, Station), maar speciaal voor het jubileumconcert (40 jaar Amicitia) vernieuwde Jules Verhasselt het repertoire.  Wegens de nationale verkiezingen van 22 november uitgesteld, greep het concert plaats op zondag 11 december.  Op het programma stonden onder andere Vlaanderen (mars van Rousseau), Fakkeldans 1 (Meyerbeer), Petrograd (mars van Godard) en Terpsichore (Ganne), een stuk dat jaren op het repertoire zou staan.  De dag daarop werd banket gehouden en een groepsfoto gemaakt.

De verhouding met de andere Eeklose muziekverenigingen was in die tijd erg goed.  Met de a-politieke harmonie St.-Georges die grotendeels katholiek was) bestonden er vriendschappelijke contacten en de liberale Koninklijke Harmonie St.-Cecilia en Vereenigde Vrienden werd genegeerd, want die keek neer op de Katholieke Harmonie Amicitia als een muzikaal minderwaardige zuster.  Er bestond toen een gezonde niet-politieke maar vooral muzikale naijver.

In het jaar 1922 had Amicitia de droeve plicht twee van haar meest verdienstelijke leden ten grave te dragen: de gebroeders Jules en Prosper Bastien.  In juni overleed Prosper, de vader van Hector, nadat hij de dag voordien tot 10 uur les had gegeven in de repetitiezaal van de Gouden Leeuw.  Hij was ook leraar aan de muziekschool, speelde klarinet en was sinds 1897 onderdirigent van de harmonie.  Zijn oudere broer Jules speelde klarinet en saxofoon, was medestichter en bestuurslid van Amicitia en overleed in december.
Naast de gebruikelijke serenades, processies en concerten werden de Amicitianen geregeld opgeroepen om de katholieke zaak te verdedigen of religieuze manifestaties op te luisteren.  Zo trokken ze op 6 augustus met de dekenij Eeklo mee op in een processie ter gelegenheid van een sacramentscongres te Gent.
Op het Ceciliaconcert van 1922 stonden twee werken van C. Saint-Saëns "Oost en West" en "Samson en Dalila" op het programma, waarvan de kritiek luidde dat ze te stijf uitgevoerd werden en dat de koperblazers te luid speelden.  Het menu van het banket had zijn vooroorlogse glans herwonnen:

  Bouillonsoep
Koninginnehapje
Rundstongen met aardappelen in witte saus
Godardharst ofte filet met kampernoeliën
Kiekens met salaad of appelmoes naar keus
Gebak
Cigaren, koffie en cognac
Klik op de foto voor een grotere versie ervan.
43 spelende leden met het bestuur lieten zich op 12 december 1921 fotograferen ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan.
5de rij: 1. L. Verschoote (hoorn) - 2. Paul Bastien (alto) - 3. A. Goemé (bombardon) - 4. H. Staelens (vaandel) - 5. L. Delcourt (bombardon) 6. U. Van De Woestyne (trombone) - 7. A. Lacaeyse (tuba) - 8. M. De Langhe (klarinet).
4de rij: 1. M. Lehoucq (cornet) - 2. C. Meersschaut (trombone) - 3. L. De Poortere (kleine klarinet) - 4. A. Smitz (saxofoon) - 5. A. Hanlet (saxofoon) 6. A. Bastien (bugel) - 7. L. Gallet (bugel) - 8. J. Verhasselt (dirigent) - 9. P. Van Ghyseghem (klarinet) - 10. S. Delcourt (klarinet) - 11. N. Verstraete (?) - 12. F. Heene (grote tromdrager) - 13. T. Gillebeert (trombone) - 14. D. Bastien (grote trom).
3de rij: 1. G. Verhasselt (fluit) - 2.? - 3. R. Martens (klarinet) - 4. W. Depraet (klarinet) - 5. J. Van De Velde (klarinet) - 6. Pr. Bastien (klarinet) 7. J. Van Overberghe (klarinet) - 8. S. Smitz (klarinet) - 9. C. Grégoire (klarinet) - 10. A. Van Vooren (trompet) - 11. Ch. Gallet (bariton) - 12. J. Bastien (klarinet).
2de rij: 1. M. Goethals (secretaris) - 2. Arm. Goethals (bestuurslid) - 3. E. Fordeyn (bariton) - 4. A. Verstraete (cornet) - 5. P. Ryffranck (ondervoorzitter) - 6. Ph. Van Hoorebeke (voorzitter) - 7. Gh. Van De Maele (ondervoorzitter) - 8. R. Van Hyfte (tuba) - 9. Ph. De Leeuw (saxofoon).
lste rij: 1. K. De Roo (klarinet) - 2.? - 3. A. Tourny (klarinet) - 4. J. Verschoote (bugel) - 5.? (cornet) - 6.? (bugel).
Ontbreken: August Willems (trombone) en Amand Delcourt (saxofoon).

In 1923 gaf de harmonie zes concerten ten beste en met de kwantiteit steeg ook de kwaliteit.  Het Ceciliabanket dat moest plaatsgrijpen op 26 november werd een week uitgesteld wegens het overlijden van Pieter Thienpondt, medestichter van Amicitia.

d) EEN KONINKLIJKE KROON OP HET WERK

Op 3 februari 1924 huldigde Eeklo Jules Verhasselt om zijn verdienste gedurende 25 jaar als koster-organist, dirigent van Harmonie Amicitia en symfonie Wij Willen, muziekleraar-direkteur van de muziekschool en componist.  De harmonie begeleidde de jubilaris naar de kerk en nadien naar de Katholieke Werkmanskring in de Kaaistraat, waar hem namens Amicitia zijn portret geschilderd door Leo Steels werd aangeboden.

Op het banket in de Katholieke Kring deelde Graaf 't Kint de Roodenbeke, senator voor Eeklo, mee dat Koning Albert op zijn en volksvertegenwoordiger burgemeester Lionel Pussemiers verzoek aan de Harmonie de eretitel van "Koninklijke" Harmonie had toegekend.  De geestdrift in de zaal steeg ten top en het applaus duurde minutenlang.  Deze heuglijke gebeurtenis werd gevierd met een groepsreis naar het schone, stille en schilderachtige Waulsort, een initiatief dat zoveel bijval kende dat men besloot om de twee jaar een reis te organiseren.

In 1925 besliste het stadsbestuur de openbare concerten op de stadskiosk te betoelagen en de vier Eeklose harmonieorkesten gingen daar graag op in.  De Koninklijke Harmonie St.-Cecilia en Vereenigde Vrienden, de Koninklijke Katholieke Harmonie Amicitia, de Harmonie St.-Georges en de socialistische Harmonie Vooruitzicht speelden van eind april tot einde september elk twee of zelfs drie zomerconcerten op de Markt.  Toen speelde Amicitia vaak tot zes openbare concerten in Eeklo: het 11 juli concert (eindigend met de Vlaamse Leeuw), het concert van de Nationale Feestdag (eindigend met de Brabançonne), een kermisconcert, het concert in de tuin van Ph. Van Hoorebeke, en twee, soms drie zomerconcerten.

Op het concert van 30 april 1925 stond op het programma: 1. T'en fais pas (mars van Em. Deneufbourg) 2. Dwergen en Reuzen (drie delen van F. Rousseau)  3. Liège Immortelle (F. Rousseau).  4. Hymen Cortège (Couvreur)  5. Firenza (G. Allier) en  6. Encore Un (mars van P. Gilson).  Een programma dat nu nog de moeilijksten bevredigt.

In 1926 kende de harmonie een zulkdanige uitbreiding dat het noodzakelijk was tien nieuwe instrumenten aan te kopen.

Op zaterdag 12, zondag 13 en maandag 14 juni trokken de Amicitialeden naar Waulsort.  Ze hadden er zoveel moed op en wilden zoveel sparen dat ze op 2 mei te voet naar Lembeke heen en weer gingen om daar een concert te geven.  Zoiets was trouwens niet ongewoon.  Waar het kon werd de verplaatsing gedaan met de trein (dat was goedkoopst) en vanaf het station werd op stap naar de plaats van bestemming, soms kilometers verder, gemarcheerd.




Met 80 man op reis in 1928.  De ereleden konden mee voor 340 fr.  Zo te zien gingen alleen vrouwen van bestuurs- en ereleden mee (gesloten bus).

Amicitia was steeds ter beschikking van katholieke verenigingen en instellingen als er een vlag te wijden was of een jubileum te vieren.  Zo wijdde op 5 september 1926 het studenten genootschap Eikels worden Boomen dat 25 jaar bestond zijn vlag en de harmonie begeleidde de studenten in hun optocht door de stad en kruiste vreedzaam een andere grotere stoet van socialisten die die dag toevallig (?) hun nieuwe volkshuis in de Kerkstraat inwijdden.

De spelende leden behoorden tot zowat alle standen van de samenleving: het meest middenstanders en burgerij, werklieden en het minst boeren.  Zo was ook de katholieke partij gestruktureerd: Boerenbond, Burgersbond en Middenstandsbond hadden hun lokaal in de Katholieke Kring en de werklieden in de Katholieke Werkmanskring, waarvan vroeger René Vermast en in de twintiger jaren Remy Van Brabandt een milde schenker, de motor was.  Amicitia rekende het zich dan ook tot plicht in Mei het Rerum Novarumfeest van de kristelijke werklieden en in oktober Weversmisdag, Eeklo's tweede kermis, op te luisteren.

In 1927 werd Katholieke Kring gerenoveerd, het gebouw kreeg zijn huidig uitzicht; en de feestzaal werd vergroot zodat de Harmonie voor een lange periode in de zaal van de patronage Piusbond in de Raamstraat een onderkomen moest zoeken om te repeteren.  De nieuwe feestzaal werd in het najaar van 1927 in gebruik genomen en op zondag 9 april 1928 plechtig ingewijd, - hoe zou het anders kunnen met een optocht van de katholieke verenigingen door de stad onder begeleiding van Amicitia.  De bovenzaal kwam pas in november 1929 klaar en zou worden gebruikt als repetitielokaal, banketzaal, concertzaaltje voor de katholieke symfonie, vergader- en congreszaal.

Het programma van het Ceciliaconcert van 1927 vermeldt een mars van F. Rousseau, La Traviata van Verdi en het vrij moeilijke Les Francs Juges van Berlioz, gevolgd door "Freuleken", toneelspel van H. Roelvinck door Lust naar Kunst.

Het eerste weekeinde van juni 1928 ondernam Amicitia weer een driedaagse Ardennenreis, die op 26 mei werd voorbereid door een voordracht met lichtbeelden door Pierre Goethals.  Reeds druk bezet door de vele concerten en belaagd door vier aanvragen beslisten de leden bij geheime stemming niet meer deel te nemen aan wijkkermissen.  Een van die zomerconcerten werd trouwens uitgesteld wegens het overlijden van bestuurslid Désiré Bastien, zoon van stichter Jules Bastien en broer van Albert en Paul Bastien.

Op 28 juli 1929 nam Amicitia voor het eerst deel aan een Provinciaal muziektornooi dat plaatsgreep in de Werkmanskring.  Ze speelden De Belgische Natie (Benoit), Firenza (Allier) en Fakkeldans (Meyerbeer), promoveerden naar een hogere afdeling en rangschikten zich onder de zeven beste harmonieën van Oost-Vlaanderen.

Een der hoogtepunten van de kermis 1929 was een groot wederlandsch (= internationaal) Muziekfestival op vier kiosken in de stad, waarop 26 deelnemende korpsen een concert gaven.  De vier Eeklose harmonieën ontbraken uiteraard niet.

(vervolgt)

__________________________

(54) Plaatselijk Duits bevelhebber van de bezettingstroepen. Terug naar de tekst
(55) Dit gebeurde o.a. met Willem de Roo en Achiel Mortier op 31 augustus 1925. Terug naar de tekst

Separator

Koninklijke Katholieke Harmonie Amicitia 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7

Naar de top van deze blz.

Inhoudstafels
1968 - 1969 - 1970 - 1971 - 1972 - 1973 - 1974 - 1975 - 1976 - 1977
1978 - 1979 - 1980 - 1981 - 1982 - 1983 - 1984 - 1985 - 1986

Welkomblz van tijdschrift "Ons Meetjesland"
Doorzoek «Ons Meetjesland»!

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright Notice (c) 2024