|
Bellem en zijn geburen op een landkaart van 1973
Het groene dorp Bellem is een relatief jonge stichting. In 1242 deed de
Doornikse bisschop Walter van Marvis zijn bekende rondgang in het Bulskampveld
om de grenzen van de toen bestaande parochies nauwkeuriger af te bakenen.
Daarbij scheidde hij ook de wijken Assert en Meneveld van hun moederparochie
Ursel af voor de stichting van een
nieuwe parochie, die de naam kreeg van het bijbelse Bethlehem.
Later evolueerde Bethlehem naar Bellem.
De noordkant van Bellem (begrensd door de weg naar
Aalter en de Mariahovelaan naar
Hansbeke) werd vanuit de wijk Lovenzele
in de loop van de 13de eeuw onder impuls van de heer van de Woestijne ontgonnen en
tot akkerland herschapen. De zuidkant daarentegen omvatte veel heide en
vijvers met enkele schaarse stukken akkerland, zoals rond de wijk Kromeke.
In 1640 bestond de Bellemse bodem uit 641 ha zaailand, 31 ha meers, 108 ha bos en
188 ha heide en vijvers. Vooral in de 18de eeuw werden veel vijvers drooggelegd
en bossen aangeplant.
Door het graven van de Brugse Vaart, in de bedding van de Durme (ook Kale genoemd),
werd de parochie Bellem in tweeën gesplitst. Dit had vooral gevolgen tijdens
de Tachtigjarige Oorlog en de daaropvolgende oorlogen tot 1713.
Het kanaal
werd het eerst aan de zuidzijde versterkt door een fortengordel (waarvan het 'Groot
Fort Sint-Filips' in Bellem de spil was) tegen de raids van de Hollanders. Na
1648 kwam de vijand uit het zuiden en deed het kanaal dienst als versterkte barrière
tegen de invallen van de Fransen. Om de beurt werd de noordkant en de zuidkant
contributieland dat veel moest betalen om vrij te blijven van rooftochten.
|
Oude Weverij, Vaart-Noord
O.-L.-Vrouwkerk
Het oudste gedeelte van de huidige kerk is ongetwijfeld de toren, waarvan het
onderste gedeelte wellicht nog uit de 16de eeuw dateert. Vóór 1847 bestond de
kerk slechts uit twee beuken: een middenbeuk en een noordbeuk. Aan de zuidzijde
was er een kapelbeuk van een travee lang aangebouwd. De beide beuken, die slechts
vier traveeën telden, eindigden aan de oostzijde op driezijdige altaarnissen.
Bepaalde delen van de noordelijke muur, nl. de 2de, 3de, 4de en 5de travee (gerekend
vanaf de toren) stammen waarschijnlijk uit de 16de eeuw.
In 1847 werd het mini-kerkje voor de eerste maal vergroot. Men bouwde een nieuwe
zuidelijke beuk van vijf traveeën en de noordelijke zijbeuk werd ten westen met een
travee verlengd. De 'westtoren' werd op die manier ingesloten en de kerk kreeg
toen haar huidige voorgevel. Deze verbouwing was het werk van architect
't Kindt.
Jan Baptist De Smedt, pastoor van Bellem vanaf 4 september 1860, vond de kerk echter
nog veel te klein. Na twaalf jaar hard aandringen kreeg de koppige pastoor zijn
zin: op 18 maart 1872 begon de aannemer de kerk af te breken tot aan de communiebank.
Het oude hoogkoor, de oude O.-L.Vrouwabsis, de nieuwe Sint-Anna-absis en de sacristie
verdwenen onder de slopershamer. Men bouwde twee nieuwe traveeën, een nieuw hoogkoor
en twee nieuwe zij-absissen. De kerk kreeg een neogotisch kleedje door het aanbrengen
van steunberen en het vervangen van de segmentboogvensters door spitsboogvensters met
staf- en maaswerk.
Na het uitbranden van de kerk op 10 september 1944 werd de Gentse architect Bressers
als bouwmeester aangesteld. Hij bracht enkele veranderingen aan het gebouw
aan. De zij-absissen werden weggewerkt en door een vlakke koorafsluiting
vervangen en het hoogkoor werd iets verlengd zodat ook de sacristieën een andere
vorm kregen. Stenen kruisribgewelven vervingen de vroegere gepleisterde
tongewelven. Het studiebureau van prof. Rissauw ontwierp een betonnen
dakconstructie die in de plaats kwam van de houten spanten. Aannemer Lippens
van Middelkerke voerde tussen 2 mei en 10 september 1950 de restauratie uit.
|
Sierlijke hekstijl van hoeve in de Lotenhullestraat
Duiventorens
Bellem telt nog drie oude duiventorens: één in de dorpskom, één op het erf van
het kasteel Mariahove (16de eeuw) en één bij de Spildoornhoeve, aan de Brugse
Vaart.
|
16de-eeuwse duiventoren bij Mariahove
Oud-schepenhuis, Bellemdorpweg 2
Dichtbij de kerk staat het 18de-eeuwse oud-schepenhuis van Bellem.
Geboortehuis van Flor Grammens, Museumstraat 103
In de gevel van het huis is een herdenkingsplaat aangebracht.
Kapel van O.-L.-Vrouw
van Zeven Weeën, Lotenhullestraat
Deze fraaie neogotische kapel staat op het kerkhof. Onder de kapel bevindt
zich de grafkelder van de familie le Sergeant d'Hendecourt, die in de 19de eeuw
het inmiddels gesloopte Kasteel van Stuivenberge bewoonde.
Niskapel, Stekelbeekstraat 6
In de zijgevel van de voormalige herberg In 't Kruisken bevindt zich een
merkwaardige beglaasde niskapel.
Oude hoeven
Oude hofsteden zijn 'Klein Kromeke' en 'Groot Kromeke' (Markettestraat 4 en 6)
en de hoeve 'Spildoorn' in het 'Groot Fort Sint-Filips' dat deel uitmaakte van
de versterkingen op de zuidkant van de Brugse Vaart.
Luc Stockman
Bron: de uitstekende «Streekgids Meetjesland» gepubliceerd in 1998 door Natuur en Landschap Meetjesland vzw.
Over het Kasteel van Bellem en over de Kraenepoel.
Meer foto's
Het Meetjesland
— Inhoudstafel
— Doorzoek onze Meetjesland webstek
MijnPlatteLand.com
Meest recente bijwerking : 09-05-2022
Copyright Notice (c) 2024
Aalter
Adegem
Assenede
Balgerhoeke
Bassevelde
Bellem
Belzele
Bentille
Boekhoute
Donk
Doornzele
Eeklo
Ertvelde
Evergem
Hansbeke
Kaprijke
Kerkbrugge-Langerbrugge
Kleit
Kluizen
Knesselare
Landegem
Lembeke
Lotenhulle
Lovendegem
Maldegem
Merendree
Middelburg
Nevele
Oosteeklo
Oostwinkel
Overslag
Poeke
Poesele
Rieme
Ronsele
Sleidinge
St.-Jan-in-Eremo
St.-Kruis-Winkel
St.-Laureins
St.-Margriete
St.-Maria-Aalter
Ursel
Vinderhoute
Vosselare
Waarschoot
Wachtebeke
Waterland-Oudeman
Watervliet
Wippelgem
Zelzate
Zomergem