This page in English
 

De familie NOE afkomstig uit het Meetjesland

B VI a     Petrus Joannes Noë

fs. Franciscus Anthonius Noë (B V a) en Anna Judoca Rubbens

° Eeklo 16-10-1789
x Oostwinkel 1-1-1814 Carolina Van Den Bossche
xx Adegem 15-11-1836 Petronella Coleta Delcourt
Watervliet 12/12/1874
 

Op 16 oktober 1789 werd Petrus Joannes Noë in Eeklo geboren als zoon van Franciscus Anthonius Noë en Anna Judoca Rubbens.  Als eerstgeborene kreeg hij de naam van zijn grootvader, Petrus Noë.  Zijn ouders gingen in het begin van de 19de eeuw naar Oostwinkel wonen en daar vond hij ook zijn bruid.

Op nieuwjaarsdag 1814 (jawel, de gemeentediensten werkten toen echt nog op 1 januari !) huwde hij in Oostwinkel met Carolina Vandenbossche (° Ursel 18/9/1791), dochter van Jacobus en Isabella Provijn.  Zij was spinster en hij was landarbeider.

Petrus Joannes was nog klein toen de Franse Revolutie uitbrak en onze gewesten nadien bij Frankrijk werden ingelijfd.  Het einde van die Franse tijd was in zicht bij het huwelijk van Petrus Joannes.  Nadat Napoleon bij Waterloo definitief verslagen was, verenigden de grootmachten het Noorden met de Zuidelijke Nederlanden en zwaaide Willem I hier de scepter.

Onder deze Nederlandse koning werd uiteraard het Frans als voertaal door het Nederlands vervangen.  Gent kreeg zijn (Franstalige) Rijksuniversiteit.

Maar met de afscheiding van Frankrijk ging voor onze industrie een enorm afzetgebied verloren.  Ondanks de inspanningen die Willem I leverde ter bevordering van het handelsverkeer, ondanks zijn grote belangstelling voor onze industrie, (uit zijn tijd dateren het metaalbedrijf Cockerill, de vele nieuwe steenkolenmijnen, de glasblazerij van Val St. Lambert en de katoenbedrijven van Gent), en ondanks de oprichting van de "Société Générale" (die nog steeds zeer belangrijk is in het Belgisch economisch leven), wonnen vooral de nijveraars, handelaars en geldschieters grote sommen, maar leefde de overgrote meerderheid van de bevolking in volslagen armoede.

Vergeten we niet dat de arbeiders door de Wet Le Chapelier van 1791 zich niet mochten groeperen, zodat zij over geen enkel middel beschikten om de hongerlonen te bestrijden.

Gaandeweg groeide de onrust.  Een omwenteling hing in de lucht.  In 1830 werd België onafhankelijk en op 21 juli 1831 deed Leopold Van Saksen Coburg Gotha zijn plechtige intrede in Brussel.

Maar die onafhankelijkheid was in het begin ook niet de hele oplossing.  Er volgde een economische crisis van vele jaren met een absoluut dieptepunt in de periode 1845-1849 met grote werkloosheid en daaruit voortvloeiende armoede.  Ongeveer een vierde van onze bevolking leefde van de armenzorg !

Aanvankelijk woonden Petrus en Carolina in Oostwinkel op de wijk Leikant, maar na de geboorte van hun eerste kindje vonden ze een geschikte woonst in Adegem, waar Carolina nog het leven schonk aan 6 kinderen.  Op 19-11-1833 sloot ze voorgoed haar ogen in Adegem.

Petrus Joannes die ondertussen als wever zijn brood verdiende bleef alleen achter met 6 kinderen waarvan het jongste amper 5 jaar oud was.  Zijn oudste dochters Rosalie en Albertine zullen hem wellicht in het huishouden bijgesprongen zijn, maar moesten vooral vele uren per dag in de fabriek meewerken om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.

Als de kinderen van Petrus Joannes Noë volwassen werden, kwamen de honger­jaren.  Als wever heeft hij de econo­mische crisis in het midden van de 19de eeuw bijzonder hard aangevoeld: de mechanizatie had in de textiel­industrie heel veel werk­lozen gemaakt.  Bovendien was de aardap­pel­oogst in 1845-1846 mislukt, brak in september 1846 een typhus­epidemie uit (met gelukkig niet al te erge gevolgen) en was de winter van 1846-1847 bijzonder bar.

De arbeiders­bevolking geraakte uitgemergeld.  Gemiddeld 1/4 en in Eeklo zelfs 1/3 van de totale bevolking moest beroep doen op het "Bureel van Weldadigheid", het huidige OCMW. (41)

Dag in dag uit herhaalden duizenden wevers en spinners op het Vlaamse platte­land het gebed: "Geef lieve Heer ons cost en cleer, het hemelryck en dan niet meer."

Als men dan toch werk vond in een fabriek, klopte men 15 tot 16 uur per dag, voor een loon waarvan het gezin niet kon in leven blijven.  Daarom gingen de vrouwen mee naar de fabriek, terwijl zij hun baby's thuis achter­lieten, soms onder de hoede van een iets oudere peuter.  In het ergste geval namen ze de kinderen mee.

Vanaf hun achtste jaar gingen ze in ieder geval mee naar het werk, ook voor 16 uur per dag.  En daarvoor kregen ze een eerder symbolisch loon, niet eens de helft van een mannenloon.  Die kinderarbeid is één van de schandvlekken op onze vaderlandse geschiedenis.  Het heeft geduurd tot 1889 toen een wet de kinderarbeid regelde en kinderen onder zestien jaar niet langer dan 12 uur per dag mochten werken. (18)

Petrus Joannes hertrouwde in Adegem op 15-11-1836 met de spinster Petronella Coleta Delcourt, dochter van Frans en Coleta Verhee.  Zij was in Eeklo op Kerstmis 1795 geboren maar woonachtig in Waterland-Oudeman.  Ze was reeds weduwe van Karel Staelens overleden in Sint-Jan-in-Eremo op 15-10-1828.

Beiden zijn overleden op de Veldekenswijk in Adegem, Pieter Jan op 10-8-1862 en Petronella Coleta 4 jaar later op 12-12-1866.  Hij was landarbeider, zijn vrouw huishoudster.

De kinderen van Petrus Joannes Noë en Carolina Van Den Bossche:

  1. Rosalie Noë
    ° Oostwinkel 17-1-1815.
    Bleef ongehuwd en overleed op Driekoningendag 1893 in het "hospitaal" te Adegem.  (Het "hospice" wordt hier bedoeld.  Dat is het huidige bejaardentehuis.)
     
  2. Albertine Noë
    ° Adegem 21-10-1817
    Huwde in Adegem op 1-2-1837 met werkman Ferdinandus Verborght, die op 27-7-1809 in Maldegem geboren was de zoon van Pieter Verborght en Francisca Dhaese.  Ze woonden na hun huwelijk eerst op de Veldekenswijk in Adegem en later in de Hoge Moerstraat te Eeklo en ze zijn in die stad ook allebei overleden, Albertine op 28/11/1879 en Ferdinand op 3/4/1891.
    Ze hadden minstens één dochter:
    • Maria Theresia Verborgt
      ° Adegem 3/10/1852
      Ze huwde in Eeklo op 14/5/1875 met Karel Francies De Coninck.  Karel werd geboren in Lembeke op 1/11/1845, de zoon van Jan Francies De Coninck en Joanna Francisca Van Hecke.  Karel en Maria Theresia zijn allebei overleden in Eeklo, hij op 21/1/1915 en zij op 5/11/1918.
      Zij kregen minstens één zoon:
      • Alfons De Coninck
        ° Eeklo 1/10/1888
        Hij huwde in Eeklo met Marie Martha Mortier op 21/1/1915.  Marie was daar geboren op 31/10/1895.  Ze was de dochter van Kamiel Mortier en Leonie De Wispelaere.  Marie is gestorven in Eeklo op 13/4/1962 en haar echtgenoot in Brugge op 2/12/1974.
        Alfons en Marie hadden drie zonen en één dochter.  Zij hebben kinderen en kleinkinderen die wij een lang en gelukkig leven wensen.
         
  3. Jan Baptiste Noë
    ° Adegem 3-6-1820
    Huwde op 42-jarige leeftijd in Adegem op 19-9-1862, enkele weken na het overlijden van zijn vader, met Victoria Longeville, dochter van Leonardus en Anne Marie Martens, die op 13-3-1821 in Adegem geboren werd.  Jan Baptiste was landarbeider en Victoria werkvrouw.
    Op 47-jarige leeftijd schonk Victoria het leven aan haar enig kind Emma Rosa, dat op de eerste lentedag van 1868 geboren werd.  Het overleed er echter reeds op 7-7-1870.  Victoria ging op 3 januari 1892 terug naar haar Schepper en Jan Baptiste volgde haar op 19-12-1896.
     
  4. Theresia Noë
    ° Adegem 25-9-1822
    Huwde in Adegem op 30-4-1851 met Bernard Van De Walle, zoon van Pieter Jacobus en Joanna Livina Bollet, die in Zomergem op 23-11-1818 geboren was.
    In 1856 woonden ze in de Weststraat te Waarschoot.  Ze hadden dan 2 kinderen.  Bernard was landbouwdagloner en Theresia spinster. (RAG Waarschoot modern nr 67, volkstelling 1856).  Ze zijn niet overleden in Waarschoot of Zomergem, maar waar en wanneer ze wel gestorven zijn weten we nog niet.
     
  5. Petrus Noë ( B VII a)
    ° Adegem 16-9-1825
    x Adegem 31-8-1859 Rosalie Pauwels
    Balgerhoeke 19-1-1900
     
  6. Francies Noë (B VII b)
    ° Adegem 14-6-1828
    x Oostwinkel 27-6-1861 Ursula Mussche
    Ursel 15-6-1873
     
  7. N.N.  ° en  † Adegem 6-2-1833.
     

Wij zijn de Heer Gothard De Coninck heel dankbaar voor informatie over Albertine en haar nakomelingen.

De ouders van Petrus Joannes, Franciscus Anthonius Noë (B V a) en Anna Judoca Rubbens
 



Naar de top van deze blz
Onze Noë Welkom-blz
Overzicht
Inhoudstafel
Deze NOE webstek doorzoeken

Meer stambomen
Het Meetjesland

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  05-12-2022
Copyright (c) 2024




Adrianus (B IIIa)
Agnes Margarita
Amelie, fa Ferdinand
Antonius Franciscus (B Va2)
Arthur Aloysius (B VIIId1)
August (C VIIb)
August (C VIIIa)
August, fs Francies (B VIIb)
Bernardus Aloysius (B VIIIe)
Carolus Ludovicus
Dominicus (B VIIId2)
Edward (B VIIIa)
Emiel (C VIIIc)
Emiel Stefaan (B IXa)
Ferdinand (B VIc)
Ferdinand (B VIIc)
Francies (B VIIb)
Franciscus Marianus (A V)
Franciscus Antonius (B Va4)
Franciscus (C V)
Franciscus (D II)
Ivo Franciscus (C VIIa)
Georgius, fs Matthias (B IIb)
Hendrik (D I)
Henri (C VIIIb)
Henricus (D III)
Jacobus, fs Ferdinand (B VIc)
Jacobus Bernardus (B Vb)
Jan (A I)
Jan (A II)
Joannes (B IIIc)
Joannes (C II)
Joannes (C III)
Joannes Franciscus (A IV)
Joannes (B VIIe)
Josephina Benedicta
Judocus (B II)
Judocus (B IVb)
Jacobus (C IV)
Judocus (C V2)
Livinusfs Hendrik
Louisa Coleta
Martina Emiel (B IXa)
Martinus (B Va3)
Martinus, fs Adrianus
Matthias (B I)
Matthias (B IIb)
Petrus (A III)
Petrus (B IIIb)
Petrus (B IVa)
Petrus (B VIIa)
Petrus (B VIId)
Petrus (C I)
Petrus (D IV)
Petrus Emmanuel (B Va1)
Petrus Joannes (B VIa)
Petrus Joannes (C VI)
Petrus (B VIb)
Rosalie fa Petrus (B VIId)
Vincentius