This page in English
 

De familie NOE afkomstig uit het Meetjesland

C IV     Jacobus Noë

zoon van Joannes Noë (C III) en Adriana De Bock

° Zelzate 17-4-1721
x Assenede 14-1-1748 Judoca Verguyse
xx Assenede 11-3-1750 Livina Debilst
Ertvelde 9/10/1796.
 

De enige volwassen geworden zoon van Joannes Noë en Adriana De Bock werd in Zelzate op 17-4-1721 geboren rond 4 uur in de namiddag.  Nog dezelfde dag werd hij gedoopt in aanwezigheid van zijn peter Jacobus Monie en zijn meter Joanna Steels.  Toen hij 10 jaar oud was stierf zijn zusje Petronella en enkele dagen voor zijn twintigste verjaardag verloor hij ook zijn moeder.

Nadat onze streken een drietal jaren onder Franse bezetting hadden geleefd keerde door de Vrede van Aken in 1748, het jaar dat Jacobus Noë zich in Assenede kwam vestigen, de rust terug onder de bezielende en kranige leiding van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, gedurende 36 jaar meesterlijk bijgestaan door haar zwager Karel van Lorreinen, die gouverneur der Nederlanden benoemd werd.

Onder haar regering kwam de handel weer tot bloei, ontstonden de eerste fabrieken (o.m. grote katoendrukkerijen in Gent) en kon de landbouw hier ten lande, door wisselbouw en bewerking van braakliggende gronden, als een voorbeeld voor heel Europa dienen.  In deze periode is de aardappel het volksvoedsel bij uitstek geworden, doch ondanks die economische bloei duurde de armoede voort.  De kerk boette aan prestige in.

In 1780 overleden zowel Maria Theresia van Oostenrijk als Karel van Lorreinen en kwam de macht in handen van Keizer Jozef II...

Vijf jaar na de dood van Jacobus' vader, werd het ouderlijk hof verkocht om uit de onverdeeldheid te treden.  En zo kwam het in de handen van zijn oudste zus Catharina.

Heeft Jacobus toen bij zijn zus gewerkt of ging hij elders werken? Wij vonden hierover nog niets terug.  Hij huwde in Assenede op 14-1-1748 met de 15 jaar oudere Judoca Verguyse die in Assenede op 8 april 1706 geboren werd als dochter van Judocus en Livina Banck.  In de huwelijksacte schrijft de pastoor: Jacobus Nowé en Judoca Voorhuyse.  Judoca overleed reeds het jaar nadien in Assenede op 12-8-1749 zonder kinderen na te laten.

Judoca was reeds weduwe van Lieven De Vos en Pieter Bosschem en bracht Livina De Vos en Frans Bosschem als kinderen mee.  Jacobus "... geeft te kennen dat de overledene geene vaste goederen ten huwelijk gebracht en heeft, dat gheduerende dien oock geene en syn geconquesteert (= verworven)..." We krijgen wel een idee van de veestapel en de gewassen: "... twee paarden, een veulen, vier coeyen, een osken, drij calveren drie groote stierkens en zeven viggenen met al de hoenderen..."

Er werden eveneens 2200 schoven tarwestroo, 1400 schoven koren, 1300 schoven haver, 600 schoven bonen en 700 schoven klaverhooi in de schuur aangetroffen. Haar staat sloot met een batig saldo van ruim 125 ponden. (75)

Op 11 maart 1750 hertrouwde Jacobus met de 20-jarige Livina Debilst, dochter van Joannes en Joanna Rondas.  Haar vader was 3 jaar tevoren overleden en haar moeder pas 6 maanden.  Ze had nog een broer van 11 jaar.  Ze was in Oosteeklo geboren op 10-5-1729.  Haar vader was van Zomergem en haar moeder kwam uit Oosteeklo.

Aanvankelijk bleven haar ouders in Oosteeklo.  Na 1742 ging de familie De Bilst boeren in Assenede op de wijk De Wilde.  Het was zeker geen huwelijk van formaat, want we lezen in de staat van goed van de familie De Bilst: "... geen gronden van erfven noch eenighe gerealiseerde los- of lijfrenten..." Vijf dagen (sic !) na haar moeders overlijden werd er reeds venditie gehouden. (77)

Ook Jacobus en Livina boerden in Assenede op de wijk Muykem.  Op 28-10-1757 werden nieuwe statuten opgemaakt voor de "loffelijke confrerie van den honinckvloyenden heylighen vader ambrosius, patroon van de biedehouders". Samen met 28 anderen heeft Jacobus die nieuwe verordeningen ondertekend.  Wij hebben nergens gevonden dat hij enige functie binnen die confrerie heeft bekleed.

In het Ancien Régime, vooral in de 17de en 18de eeuw, toen het katholicisme hoogtij vierde, waren in elk dorp of op elke parochie zogenaamde gilden of confrerieën uit de grond gerezen.

Zo'n confrerie maakte leden onder de godvruchtige mannen en/of vrouwen, van de begoede stand en zetten meestal de godsdienstige gebeurtenissen meer luister bij door hun verplichte aanwezigheid.  Bij onrechtmatige afwezigheid van een jaargetijde voor de patroon, een begrafenis van een medelid of een processie diende men een zekere som te betalen aan de confrerie.

Elke confrerie was bestuurd door een deken, een bailliu, twee bezorgers (een soort boden) en een ontvanger.  De eerste drie werden door de leden voor 2 jaar verkozen.  Heel dikwijls werd men eerst als bezorger verkozen en promoveerde men bij volgende verkiezingen.  Zelden werd men herkozen, tenzij met een onderbreking van meerdere jaren.

De confrerie waarvan Jacobus Noë lid was, had geen verplichtingen vooropgesteld voor het bijwonen van processies.  Toch was men wel verplicht aanwezig te zijn op de jaarlijkse maaltijd ingericht op het feest van de patroonheilige, op straffe van... alweer een geldboete.  Ook ruzie maken en dronkenschap waren ten strengste verboden.

De leden moesten hun deken, bailliu en bezorgers begeleiden van de kerk naar de plaats van de maaltijd op het patroonsfeest.  De vier jongste leden droegen de kist met de overledene naar de kerk en van de kerk naar de begraafplaats; al de andere leden volgden. (78)

Op 26 mei 1777 koopt Jacobus Noée van Jooris Dhondt fs. Pieter

- een stuk land in het vierde beloop te Ertvelde onder het nummer 11, groot 300 roeden "genaemt het achterste dolstraetstuck, abouterende daer aen oost de dolstraete..."

- "eene partije saylant ende meersch, gelegen binnen de voorn. prochie van Ertvelde op de vrije heerelyckhede van Avrije, in twee stucken het een 't eynden het andere, 't samen groot 516 roeden salvo justo..." met aan de zuidzijde de volgende partij en aan de noordzijde de Ledestraat

- "eene partij meersch, alsnu saylant... in twee stucken nevens elckanderen, groot 474 roeden voor 191-0-0 ponden grooten sterck permissiegelt." (79)

Niet voor lang echter !  Op 8-10-1779 verkocht hij alles opnieuw.  Joncker Schoorman uit Gent betaalde er 300 ponden grooten sterk permissiegeld voor. Jacobus - in de acte schreef men Jacobus Noeë - had blijkbaar een goede slag geslagen. (80)

Hij betaalde 10-14-3 ponden belastingen in 1778.  Op de 343 belastingsbetalers van Assenede was hij de 36ste.  193 betaalden minder dan 1 pond, 97 betaalden tussen 1 en 10 ponden.  Zijn aandeel was minder dan 1% van de totale 1346 ponden die werden geïnd. (111)

Op 18 december 1781 - Jacobus was toen 60 jaar - kocht hij in Assenede-centrum een herberg genoemd: de Koningin van Hongarije; "... daer voor teeken uytsteekt de Coninginne van hongarien, gestaen ende gelegen binnen de stede van Assenede, suyt de calseydestraete... west het Ballinckstraetjen, groot ontrent de 58 roeden..."

En omdat deze aankoop wel enige tijd bleef nazinderen, vonden we het nuttig die eens uitvoeriger te beschrijven.

Het goed was eigendom van Joanna Corthals, weduwe met 2 kinderen van Frans Van Poecke.  De noordelijke buurman Gregorius De Meulemeester stelde op 18-11-1781 in voor 213 ponden.  Volgens de koopvoorwaarden moesten de verhogingen minimum 2 ponden bedragen maar was de verkoopster niet verplicht het goed aan de hoogste bieder te laten.  De onkosten, zegge 1 schelling per pond of dus 5%, en de "verthairde gelaegen" waren ten laste van de koper.

Geen enkele verhoging tot 9 december.  Maar dan kwam de ene na de andere een bod doen.  Ferdinand De Boes verhoogde met 4 ponden, Laurens Schetters 2 ponden, Jan Baptist Pauwels 12 en dan weer Ferdinand 2 ponden.  Als vijfde deed Jacobus Noë er 6 ponden bij; Ferdinand opnieuw 4 en Jacobus nog maar eens 7 ponden, Ferdinand liet niet af en bood 10 ponden meer.  Pieter De Cleene kwam opdagen en verhoogde met 6 ponden 8 schell. en 10 gr., maar ook Ferdinand bood er nog eens 6 ponden bovenop tot 272-8-10 ponden.  En daarmee was het welletjes voor die 9 december.

's Anderendaags startte Pieter De Cleene met een verhoging van 10 ponden. Jacobus Noë verhoogde met 8 ponden en Ferdinand De Boes weer met 10 ponden.  Jacobus deed er 4 ponden bij en Ferdinand weer 10.

Uiteindelijk werd na een verhoging van nog eens 4 ponden door Jacobus Noë, het goed aan deze laatste verkocht voor de som van 318-8-10 ponden, verhoogd met de onkosten en een verteer van 5-11-6 ponden; Jacobus moest dus in totaal 341-18-10 ponden neertellen. (81)

Om deze koop te kunnen sluiten diende Jacobus geld te lenen !  En twee dagen later ondertekende hij een leningsacte, waarbij hij 350 ponden à 4% leende van juffr. Angeline Van Westerhout, begijn in het klein begijnhof van Gent, en afkomstig van Assenede. (109)  Zijn pas gehuwde zoon, Francies, die toen op de Fonteyne was beginnen boeren, en zijn neef Judocus Hamerlinck uit Zelzate (zoon van Joannes Hamerlinck en Jacobus' zus Maria Adriana) stonden borg voor die lening. (82)  Zodra echter zowel Jacobus als de begijn overleden waren, begonnen de poppen te dansen...  Zoon Francies heeft er kunnen van meespreken.

Dank zij de heer Laurent Lievens kennen we nu ook de precieze overlijdensdatum van Jacobus Noë: 9 oktober 1796.  De weduwe van Jacobus, Livina De Bilst sloot voor goed haar ogen in Assenede op 25-4-1812 rond 23 uur.  Ze was 82 jaar oud.  's Anderendaags hebben zoon Francies en schoonzoon Casimir Huyghe het overlijden aangegeven.  Ze dachten dat moeder zelfs 86 jaar oud was.

Uit dit huwelijk werden 7 kinderen geboren:

  1. Petrus Joannes Noë
    ° Assenede 5-2-1751
    † Assenede 24-2-1751
     
  2. Judocus Noë
    ° Assenede 22-7-1752
    x Assenede 13-11-1787 Angelina Petronella Cathelijn
    † Assenede 28-10-1811
     
  3. Joannes Noë
    ° Assenede 1-1-1754
    Dit Nieuwjaarskind van Jacobus en Livina huwde in Assenede op 18-6-1782 met de 20-jarige Elisabeth Van De Vijvere, dochter van Joannes en Joanna Maria Buysse.  Zij zag aldaar op 16-3-1762 het levenslicht.  Joannes overleed er kinderloos op 13 maart 1786.  Een goed jaar later op 24-7-1787 hertrouwde Elisabeth in Assenede met Jacobus De Langhe uit Lembeke.
     
  4. Franciscus  Noë (C V)
    ° Assenede 13-9-1755
    x Assenede 27-2-1781 Petronella Wauters
    † Assenede 14-8-1817
     
  5. Doodgeboren kind van het vrouwelijk geslacht.
    Geboren op 20-7-1757 en gedoopt door de vroedvrouw.
     
  6. Joanna Maria Noë
    ° Assenede 26-9-1758
    Assenede 1-6-1760
     
  7. Petrus Franciscus Noë
    ° Assenede 15-12-1760
    † Assenede 7-5-1777
     

De overlijdensacte van Jacobus Noë
De ouders van Jacobus: Joannes Noë (C III) en Adriana De Bock



Naar de top van deze blz
Onze Noë Welkom-blz
Overzicht
Inhoudstafel
Deze NOE webstek doorzoeken

Meer stambomen
Het Meetjesland

MijnPlatteland homepage
MijnPlatteLand.com

Meest recente bijwerking :  21-04-2021
Copyright (c) 2024




Adrianus (B IIIa)
Agnes Margarita
Amelie, fa Ferdinand
Antonius Franciscus (B Va2)
Arthur Aloysius (B VIIId1)
August (C VIIb)
August (C VIIIa)
August, fs Francies (B VIIb)
Bernardus Aloysius (B VIIIe)
Carolus Ludovicus
Dominicus (B VIIId2)
Edward (B VIIIa)
Emiel (C VIIIc)
Emiel Stefaan (B IXa)
Ferdinand (B VIc)
Ferdinand (B VIIc)
Francies (B VIIb)
Franciscus Marianus (A V)
Franciscus Antonius (B Va4)
Franciscus (C V)
Franciscus (D II)
Ivo Franciscus (C VIIa)
Georgius, fs Matthias (B IIb)
Hendrik (D I)
Henri (C VIIIb)
Henricus (D III)
Jacobus, fs Ferdinand (B VIc)
Jacobus Bernardus (B Vb)
Jan (A I)
Jan (A II)
Joannes (B IIIc)
Joannes (C II)
Joannes (C III)
Joannes Franciscus (A IV)
Joannes (B VIIe)
Josephina Benedicta
Judocus (B II)
Judocus (B IVb)
Jacobus (C IV)
Judocus (C V2)
Livinusfs Hendrik
Louisa Coleta
Martina Emiel (B IXa)
Martinus (B Va3)
Martinus, fs Adrianus
Matthias (B I)
Matthias (B IIb)
Petrus (A III)
Petrus (B IIIb)
Petrus (B IVa)
Petrus (B VIIa)
Petrus (B VIId)
Petrus (C I)
Petrus (D IV)
Petrus Emmanuel (B Va1)
Petrus Joannes (B VIa)
Petrus Joannes (C VI)
Petrus (B VIb)
Rosalie fa Petrus (B VIId)
Vincentius